Selecteer een pagina

Alle berichten van: Maartje Möhring


HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:778

De Hoge Raad beantwoordt in deze uitspraak verschillende prejudiciële vragen van de kantonrechter over de betekenis van de Richtlijn consumentenkrediet (geïmplementeerd in Titel 7.2A BW) voor vorderingen van achteraf-betaalservices. In dat verband gaat de Hoge Raad onder meer in op de vraag of sprake is van een kredietovereenkomst, en wanneer sprake is van een kredietovereenkomst zonder bijkomende kosten. De Hoge Raad stelt daarbij prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. (meer…)

Hoge Raad 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:784

Hoe verhouden de devolutieve werking en het gezag van gewijsde zich tot elkaar? Moet het hof de devolutieve werking ook toepassen als dat kan leiden tot een beslissing die tegenstrijdig is met een beslissing van de rechtbank die gezag van gewijsde heeft? Maartje Möhring bespreekt in drie minuten het arrest waarin de Hoge Raad antwoord geeft op deze vragen, én terugkomt van zijn eerdere rechtspraak (F/KSN).

Cassatievlog #060 is ook als podcast beschikbaar.

HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:835

(i) Groothandel is een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn. De toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn is daarbij niet afhankelijk van de in het specifieke geval verrichte activiteiten.
(ii) Of informatie gemakkelijk elektronisch toegankelijk is als bedoeld in art. 6:230c, aanhef en onder 3, BW, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval. Als de informatie zonder noemenswaardige inspanning gevonden kan worden gevonden op of via de website waarnaar is verwezen, moet worden aangenomen dat de informatie gemakkelijk elektronisch toegankelijk is.  (meer…)

HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:658

De Hoge Raad zet in deze uitspraak uiteen wat het beginsel van openbaarheid van rechtspraak betekent voor de informatie die gerechten aan belangstellenden moeten verstrekken met betrekking tot zittingen, uitspraken en andere gegevens die verband houden met civiele procedures. (meer…)

HR 31 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:504

Uitgangspunt onder art. 10:12 lid 3 Wvggz is dat, als een beslistermijn is overschreden, de betrokkene nadeel heeft ondervonden. Dat betekent echter niet dat daarmee steeds een recht op schadevergoeding bestaat. Bij die beoordeling moeten de omstandigheden van het geval worden betrokken, waaronder de vraag of de termijnoverschrijding aan de betrokkene te wijten is. (meer…)

Cassatieblog.nl