HR 25 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1553

Hoge Raad houdt vast aan eerdere rechtspraak waaruit volgt dat de beschermingsbewindvoerder voor de rechthebbende niet om toelating tot de schuldsaneringsregeling kan verzoeken.

In 2021 is een bewindvoerder benoemd tot opvolgend beschermingsbewindvoerder als bedoeld in art. 1:435 BW. De bewindvoerder heeft namens de rechthebbende een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in art. 284 e.v. Fw op de rechthebbende. De rechtbank heeft de rechthebbende niet-ontvankelijk verklaard in het verzoek. In hoger beroep was het hof het daarmee eens. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder geen verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling namens de rechthebbende mag indienen. Daarbij verwees het hof onder meer naar de beschikking van de Hoge Raad van 25 mei 2012.

Daartegen komt de bewindvoerder in cassatie op. Het cassatiemiddel voert aan dat het juist wel tot de taak van de beschermingsbewindvoerder behoort om een verzoek om toelating tot de schuldsaneringsregeling in te dienen. Daarbij wijst het middel erop dat de beschermingsbewindvoerder er sinds 2014 een taak bij heeft gekregen. Ingevolge art. 1:441 lid 1, derde volzin, BW moet hij voor de rechthebbende alle handelingen te verrichten die aan een goed bewind bijdragen. Daartoe behoort het doen van een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, aldus het middel.

De Hoge Raad verwerpt dit betoog. De Hoge Raad citeert verschillende passages uit de wetsgeschiedenis. Daaruit blijkt volgens hem niet dat de wetgever een andere opvatting heeft over de taak van de beschermingsbewindvoerder in verband met de mogelijkheid toelating tot de schuldsaneringsregeling te verzoeken dan in het hiervoor genoemde arrest uit 2012 is verwoord. De beschermingsbewindvoerder kan dan ook niet voor de rechthebbende toelating tot de schuldsaneringsregeling verzoeken. Wel behoort het tot zijn taak om te bezien of de rechthebbende in aanmerking kan komen voor (schuldhulpverlening of) schuldsanering en hem zo nodig te begeleiden om aan de daarvoor geldende eisen te voldoen.

Volgt verwerping van het cassatieberoep. Dat is conform de conclusie van A-G Snijders.

 

Share This

Cassatieblog.nl