HR 28 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7473

Art. 1.1.7 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven bepaalt dat bij stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, een beëdigde vertaling in de Nederlandse taal moet worden gevoegd, tenzij het eenvoudig leesbare stukken betreft, zoals de huwelijksakte en geboorteakte, gesteld in de Engelse, Franse of Duitse taal. In het oordeel van het hof dat het niet mogelijk is om op verantwoorde wijze kennis te nemen van de inhoud van in de Franse taal opgestelde jaarstukken, ligt besloten dat die stukken niet eenvoudig leesbaar zijn. 

In deze kinderalimentatiezaak gaat het om de vraag of het hof op juiste en begrijpelijke gronden heeft besloten om door de man overgelegde Franstalige jaarstukken bij gebrek aan een beëdigde vertaling daarvan in het Nederlands niet te betrekken in zijn oordeel.

Partijen hebben tot eind 2008 een relatie met elkaar gehad en uit die relatie zijn drie kinderen geboren. Na het eindigen van de relatie heeft de vrouw de rechtbank verzocht te bepalen dat de man maandelijks een bedrag aan kinderalimentatie moet betalen. De rechtbank heeft de door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie vastgesteld en het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De man heeft zich zowel in eerste aanleg als in hoger beroep op het standpunt gesteld dat hij onvoldoende draagkracht heeft om de kinderalimentatie te kunnen voldoen. Ter ondersteuning van deze stelling heeft hij Franstalige jaarstukken van Amstel Media S.A. overgelegd, de onderneming waarin hij 100% van de aandelen heeft. Het hof oordeelt met betrekking tot deze jaarstukken als volgt:

“Het hof heeft vastgesteld dat in eerste aanleg de jaarstukken over 2007 van het bedrijf Amstel Media S.A. te Luxemburg (hierna: Amstel Media) inderdaad zijn overgelegd zoals de man heeft gesteld. In hoger beroep is slechts een drietal pagina’s van de jaarstukken over 2008 van dit bedrijf overgelegd. De overgelegde (gedeeltelijke) jaarstukken 2008 zijn echter opgesteld in de Franse taal. Een beëdigde vertaling daarvan, zoals vereist, is niet overgelegd, zodat het voor het hof niet mogelijk is om op verantwoorde wijze kennis te nemen van de inhoud van deze stukken. Zoals ter zitting reeds is aangekondigd, heeft het hof deze stukken daarom niet in zijn beoordeling betrokken. Op juiste wijze vertaalde stukken over de andere jaren ontbreken.”

In cassatie klaagt de man dat het hof de overgelegde Franstalige jaarstukken niet buiten beschouwing mocht laten op de enkele grond dat geen beëdigde vertaling daarvan was bijgevoegd. Volgens de man had het, gelet op het processuele debat, op de weg van het hof gelegen om hem in de gelegenheid te stellen om alsnog een beëdigde vertaling van de jaarstukken in het geding te brengen. De man klaagt voorts dat niet kenbaar is of het hof met betrekking tot de jaarstukken van Amstel Media heeft beoordeeld of het gaat om stukken die eenvoudig leesbaar zijn, zoals bedoeld in artikel 1.1.7 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven (hierna: het procesreglement).

Artikel 1.1.7 van het procesreglement luidt als volgt:

“Bij stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, wordt een beëdigde vertaling in de Nederlandse taal gevoegd, tenzij het eenvoudig leesbare stukken betreft, zoals de huwelijksakte en geboorteakte, die zijn gesteld in de Engelse, Franse of Duitse taal.”

Dit voorschrift, dat in het algemeen deel van het procesreglement is opgenomen, kent dus als uitgangspunt dat alle in een vreemde taal gestelde processtukken en producties moeten zijn voorzien van een beëdigde vertaling in de Nederlandse taal. Op deze regel wordt slechts een uitzondering gemaakt, indien het eenvoudig leesbare stukken betreft (bijvoorbeeld een huwelijksakte of geboorteakte) die gesteld zijn in de Engelse, Franse of Duitse taal. Volgens A-G Wesseling-Van Gent zouden ook jaarstukken die maar zeer beperkt uit tekst bestaan onder dit uitzonderingscriterium kunnen vallen. Zij stelt daarbij voorop dat het niet alleen van belang is of de tekst voor de wederpartij eenvoudig leesbaar is, maar dat dit ook voor de rechter heeft te gelden. De rechter moet immers kennis kunnen nemen van de inhoud van stukken om zijn oordeel (mede) daarop te kunnen baseren. Als tweede uitgangspunt noemt zij dat het oordeel of sprake is van een eenvoudig leesbare tekst is voorbehouden aan de feitenrechter, zodat dit in cassatie inhoudelijk niet op juistheid kan worden getoetst.

De Hoge Raad overweegt dat in het oordeel van het hof dat het niet mogelijk is om op verantwoorde wijze kennis te nemen van de inhoud van de jaarstukken, besloten ligt dat die stukken niet eenvoudig leesbaar zijn. Dit aan de feitenrechter voorbehouden oordeel geeft volgens de Hoge Raad niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Met betrekking tot de klacht dat het hof de man in de gelegenheid had moeten stellen om alsnog een vertaling van de Franstalige jaarstukken in het geding te brengen, oordeelt de Hoge Raad als volgt:

“Blijkens het proces-verbaal van de mondelinge behandeling heeft de voorzitter van de kamer van het hof medegedeeld dat het hof de jaarstukken van Amstel Media over 2007 en 2008 niet in zijn beoordeling zal betrekken, nu deze zijn opgesteld in de Franse taal en daarvan geen beëdigde vertaling is overgelegd. Tegen deze achtergrond had het op de weg gelegen van de man (die tijdens de mondelinge behandeling werd bijgestaan door zijn advocaat) om aan te bieden alsnog een beëdigde vertaling in het geding te brengen.”

De Hoge Raad verwerpt daarom het beroep.

Cassatieblog.nl

Share This