Selecteer een pagina

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:296

De ontvangst van een bericht op het faxapparaat van een gerecht is voldoende om dit bericht als ontvangen aan te merken in de zin van art. 33 lid 3 Rv. Indien het faxapparaat op de griffie het tijdstip van ontvangst niet registreert, dan kan dit tijdstip ook op andere wijze komen vast te staan, zoals een verzendbevestiging. De enkele constatering dat het bericht niet door het faxapparaat van het gerecht is uitgedraaid kan daarom de niet-ontvankelijkverklaring niet dragen. 

Het gaat in deze zaak over een verzoekschrift dat per post na verstrijken van de appeltermijn is binnengekomen bij het hof. Verzoekster voert echter aan dat zij deze al eerder binnen de termijn per fax heeft ingediend. Als bewijs overlegt haar advocaat een bevestigend emailbericht van SpeakUp eFax. Dit is een programma dat het advocatenkantoor gebruikt voor de verzending van faxen vanuit de computer.

Het indienen per fax is geregeld in art. 33 Rv. Het derde lid bepaalt dat als tijdstip waarop een processtuk door een gerecht elektronisch is ontvangen, het tijdstip geldt waarop het processtuk een systeem voor gegevensverwerking heeft bereikt waarvoor het gerecht verantwoordelijkheid draagt. Dit sluit aan bij de ontvangstheorie, art. 3:37 lid 3 BW, waar in de wetgeschiedenis naar wordt verwezen.

Het hof verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar hoger beroep wegens overschrijding van de appeltermijn, omdat de fax niet bij het hof is binnen gekomen. Het hof overweegt dat SpeakUp eFax niet aan te merken is als een systeem voor gegevensverwerking waarvoor het gerecht verantwoordelijkheid draagt. Wat er tussen dat systeem en de fax op de griffie van het hof is gebeurd, is niet helder geworden. Gelet op de ontvangsttheorie die hier geldt, komt dit voor rekening van de verzender (rov. 3.9).

In cassatie komt het tot de vraag of het hof tot dit oordeel kon komen dat het niet ontvangen van de fax door het hof voor rekening en risico van verzoekster dient te komen. De Hoge Raad overweegt als volgt:

“3.3.1. Uit art. 33 lid 3 Rv volgt dat de ontvangst van een bericht op een faxapparaat van de griffie van het gerecht voldoende is om de fax van het bericht als door het gerecht ontvangen aan te merken, nu het gerecht de verantwoordelijkheid voor dat apparaat draagt als bedoeld in die bepaling. Een storing of defect van dat apparaat waardoor het bericht niet wordt uitgedraaid, komt niet voor risico van degene die het desbetreffende stuk indient.

3.3.2. In de regel beschikt een faxapparaat over de mogelijkheid van zelfstandige registratie van het tijdstip van ontvangst. Indien het faxapparaat op de griffie het tijdstip van ontvangst niet registreert, kan het tijdstip van ontvangst ook op andere wijze komen vast te staan, bijvoorbeeld door een ‘confirmation report’ van de verzender, dus een verzendbevestiging (HR 20 maart 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2611, NJ 1998/548).

3.3.3. Blijkens zijn overwegingen is het hof niet nagegaan of het faxapparaat op de griffie van het hof de ontvangst van de fax van de advocaat van [verzoekster] heeft geregistreerd, maar heeft het volstaan met te onderzoeken of een fax van die advocaat door dat apparaat is uitgedraaid. Gelet op het hiervoor in 3.3.1 en 3.3.2 overwogene geeft dit blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Indien het faxapparaat op de griffie van het hof het tijdstip van ontvangst van een fax niet registreert, is het hof op een onjuiste grond voorbijgegaan aan het beroep dat [verzoekster] heeft gedaan op de door haar overgelegde verzendbevestiging.”

Het hof kon dus niet volstaan met de overweging dat het geen verantwoordelijkheid draagt voor SpeakUp eFax als systeem voor gegevensverwerking en dús het niet ontvangen van de fax voor rekening van de verzender komt. Het hof had moeten nagaan of het faxapparaat bij de griffie zo was ingesteld dat het de ontvangst van faxen registreert. Als dit registratiesysteem niet was ingesteld, dan had de overgelegde verzendbevestiging van verzoekster altijd nog het tijdstip van ontvangst kunnen vaststellen.

A-G Timmerman is deze mening ook toegedaan. Volgens hem is het ‘weinig klantvriendelijk en onredelijk´ als het hof zo’n faxregistratiesysteem niet in werking heeft gezet maar het niet-ontvangen van het faxbericht wel toerekent aan de verzender, terwijl deze een verzendbericht heeft overgelegd en het hof het faxregistratiesysteem wel kon aanzetten.

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak terug naar dat hof ter verdere behandeling en beslissing.

Cassatieblog.nl

Share This