Selecteer een pagina

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9959

In het derde lid van art. 7:3 BW is limitatief opgesomd welke, nauwkeurig omschreven, rechtsfeiten niet tegen de koper kunnen worden ingeroepen. Tot die opsomming behoort niet het geval van derdenbeslag onder de koper op de koopsom. Inschrijving van de koopovereenkomst in de openbare registers op de voet van art. 7:3 BW en de daarmee door de wetgever beoogde bescherming van de koper noopt niet tot opheffing van het beslag.

Art. 7:3 BW

Om de koper van een registergoed te beschermen tegen de rechten van derden die ontstaan na de koop maar voor de levering en in beginsel aan de koper kunnen worden tegengeworpen, kent het BW sinds 1 september 2003 in art. 7:3 de mogelijkheid van inschrijving in de openbare registers van koopovereenkomsten die zien op registergoederen. Sindsdien is een debat gaande over de betekenis van het derde lid waarin de rechtsgevolgen van de inschrijving zijn geregeld. Moet de nadruk liggen op bescherming van de koper of ook op de bescherming van de belangen van de schuldeisers van de verkoper? Afhankelijk van het antwoord op die vraag hecht men minder of meer betekenis aan de letterlijke tekst van deze bepaling, waarin rechtsfeiten zijn opgesomd die niet tegen de koper kunnen worden ingeroepen.

Nu leek de Hoge Raad in 2010 aan dit debat, althans voor de rechtspraktijk, een einde te hebben gemaakt met zijn arrest van 8 oktober 2010. In die zaak lag de vraag voor of derdenbeslag op de koopsom onder de koper een rechtsfeit was in de zin van art. 7:3 lid 3 BW. De Hoge Raad heeft in rov. 3.3.2  van dat arrest – kort samengevat – geoordeeld dat de in het derde lid gegeven opsomming van rechtsfeiten limitatief is, gelet op de formulering van het artikellid, het uitzonderingskarakter van de bepaling waarvan het onderdeel uitmaakt en de parlementaire geschiedenis. In de NJ (2012/211) heeft annotator Hijma dit een overtuigend arrest genoemd. Naar zijn mening maakt het voortbestaan van de mogelijkheid tot onverkort derdenbeslag deel uit van een “delicaat juridisch evenwicht” en zou het ongerijmd zijn als de rechter de door de wetgever aangebrachte grenspalen zou negeren. Mede-annotator Van Mierlo was minder enthousiast: het beslag zou de hele transactie krakend tot stilstand brengen en de gevolgen van het arrest strookten zijns inziens niet met de bedoeling van de wetgever.

Dat de rechtspraktijk nog niet geheel overtuigd was, blijkt uit het arrest van het hof dat in deze zaak aan de Hoge Raad is voorgelegd. Waar ging het over?

De feiten in deze zaak

Nadat de koop van een met een hypotheek belaste woning was ingeschreven in de openbare registers heeft een schuldeiser van de verkoper derdenbeslag gelegd onder de kopers op de koopsom. Op vordering van de kopers heeft de voorzieningenrechter dit derdenbeslag onder voorwaarden opgeheven. Die voorwaarden zagen op informatie over de notaris die belast was met het transport en de datum van dat transport. De uitspraak van de voorzieningenrechter kwam volgens het hof neer op een opheffing van het derdenbeslag (voor de situatie dat de kopers voldoen aan de in het vonnis genoemde voorwaarden), teneinde de kopers in de gelegenheid te stellen om tegen betaling van de koopsom aan de notaris de woning vrij van hypotheek en pre-Vormerkungsbeslagen te krijgen.

Het hof heeft dit vonnis bekrachtigd. Het hof overwoog daartoe onder meer dat aan de met art. 7:3 lid 3 BW beoogde bescherming van de koper afbreuk zou worden gedaan indien de beslaglegger, eiser in cassatie, de levering van de woning aan kopers, verweerders in cassatie, feitelijk onmogelijk maakt door vast te houden aan zijn beslag op de koopsom voor dat gedeelte dat niet nodig is voor de aflossing van de hypotheek. Voor zover door dat beslag een patstelling ontstaat die aan levering van de woning in de weg staat, moet het belang van de kopers prevaleren boven het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag.

Vormerkung

In haar conclusie voor het arrest van de Hoge Raad in deze zaak, merkt Advocaat-Generaal Rank-Berenschot (in onderdeel 2.5) op dat het erop lijkt dat de voorzieningenrechters vanwege de mogelijk ingrijpende gevolgen van een derdenbeslag onder de koper na een Vormerkung zeer terughoudend zijn met het verlenen van verlof voor een dergelijk beslag. Zij wijst erop dat de Beslagsyllabus versie augustus 2012 zelfs vermeldt dat het raadzaam is om een dergelijk verlof niet te verlenen. Dat is overigens in de huidige on line-versie, van januari 2013, niet anders. Een van de alternatieve wegen die de voorzieningenrechters bewandelen om te voorkomen dat de uitvoering van de koopovereenkomst wordt gefrustreerd, is volgens de Advocaat-Generaal het verlenen van een “geclausuleerd” beslagverlof. In andere gevallen – en een dergelijk geval is in deze zaak aan de orde – wordt een reeds gelegd derdenbeslag opgeheven onder voorwaarden die er op neerkomen dat de schuldeiser van de verkoper in de gelegenheid wordt gesteld om tijdig beslag te leggen onder de notaris die zorg zal dragen voor het transport. Dan gaat het echter slechts om het bedrag dat de notaris dient te voldoen aan de verkoper, veelal het bedrag dat resteert na voldoening van de hypotheekhouder en van eventuele pre-Vormerkungsbeslagleggers.

Het cassatiemiddel dat zich richt tegen het hiervoor weergegeven oordeel van het hof treft volgens de Hoge Raad doel:

“3.5.2 Met de Vormerkung is weliswaar beoogd de koper van een registergoed gedurende zes maanden na de inschrijving van de koop bescherming te bieden in zijn recht op daadwerkelijke nakoming van de koopovereenkomst, maar in het derde lid van art. 7:3 BW is limitatief opgesomd welke, nauwkeurig omschreven, rechtsfeiten niet tegen de koper kunnen worden ingeroepen. Tot die opsomming behoort niet het hier aan de orde zijnde, blijkens de parlementaire geschiedenis door de wetgever onder ogen geziene, geval van derdenbeslag onder de koper op de koopsom. Hoezeer ook in een dergelijk beslag een hindernis gelegen kan zijn voor de effectuering van het recht van de koper op daadwerkelijke nakoming van de koopovereenkomst, zulks brengt niet mee dat dit beslag moet worden opgeheven vanwege de inschrijving van de koopovereenkomst in de openbare registers op de voet van art. 7:3 BW en de daarmee door de wetgever beoogde bescherming van de koper (vgl. HR 8 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN1252, NJ 2012/211). De beslissing van het hof is derhalve gebaseerd op een onjuiste rechtsopvatting.”

Belang gered – de proceskosten

De Advocaat-Generaal had vanwege het feit dat – kort gezegd – de koopsom na het vonnis van de voorzieningenrechter door de kopers was gestort onder de notaris en de woning vrij van hypotheek en beslagen was geleverd, geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep wegens gebrek aan belang (bij herleving van het beslag). Naast deze feiten constateert de Hoge Raad in rov. 3.6 van zijn arrest echter ook dat het beslag al voor het geding bij de voorzieningenrechter executoriaal was geworden. De vordering van de kopers tot opheffing van het beslag was daarom (bij afwezigheid van enkele andere, door de Hoge Raad genoemde omstandigheden) niet voor toewijzing vatbaar. Het hof had daarom volgens de Hoge Raad met vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter in zoverre, de kopers, verweerders in cassatie, in de kosten van de procedure in eerste aanleg moeten veroordelen, alsmede in de kosten van het hoger beroep. Een proceskostenveroordeling levert ook in cassatie een voldoende (processueel) belang op. Dat brengt de Hoge Raad tot vernietiging van zowel het arrest van het hof als het vonnis van de voorzieningenrechter, doch uitsluitend voor zover het betreft de kostenveroordeling, en tot een veroordeling van verweerders in cassatie in de proceskosten in alle drie de instanties.

Het thans deels vernietigde arrest van het hof ’s-Hertogenbosch is als strijdig met de instructie van de Hoge Raad in zijn arrest van oktober 2010 al gesignaleerd door W.G. Huijgen, oud-kantoorgenoot en nog immer Leids hoogleraar, in zijn monografie privaatrecht 9 (2012), Koop en verkoop van onroerende zaken,  op p. 37. Nu afwachten of de tekst van de Beslagsyllabus wordt gewijzigd.

Cassatieblog.nl

Share This