Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: derdenbeslag


HR 12 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:583

(i) De betwistingsprocedure van art. 477a lid 2 Rv strekt tot vaststelling welke vorderingen en zaken door het derdenbeslag zijn getroffen, en of de verplichte verklaring van de derde daarover (art. 476a lid 1 Rv) juist is. Niet van belang is of de derde voorafgaand aan de betwistingsprocedure wist of behoorde te weten dat zijn verklaring over de beslagen vorderingen en zaken onjuist was.

(ii) Een rechtsverhouding tussen derde-beslagene en geëxecuteerde is niet vereist voor een executoriaal derdenbeslag.  (meer…)

HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1776

De schuldenaar ten laste van wie derdenbeslag wordt gelegd is desgevraagd verplicht aan de deurwaarder zijn binnen- en buitenlandse bronnen van inkomsten op te geven, zodat de deurwaarder daar bij de berekening van de beslagvrije voet rekening mee kan houden. Die informatieverplichting strekt zich niet uit tot zijn (binnen- of buitenlandse) vermogen. (meer…)

HR 2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1009

De omstandigheid dat de onroerende zaken waren ingebracht in de v.o.f. brengt mee dat die onroerende zaken een gebonden gemeenschap vormen, bestemd om te worden aangewend tot het bereiken van het doel van de v.o.f., en dat die zaken behoren tot het afgescheiden vermogen van de v.o.f. dat dient als verhaalsobject voor de schuldeisers van de v.o.f. Privé-schuldeisers van een van de vennoten kunnen dan ook geen verhaal nemen op deze onroerende zaken. (meer…)

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2629 (Morning Star/Republiek Gabon)

De aanname dat iemand in ieder geval op de hoogte geraakt van een verstekvonnis in geval van tenuitvoerlegging geldt niet indien de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis geschiedt door uitbetaling van hetgeen een derde in het kader van een onder hem gelegd beslag heeft verklaard aan de veroordeelde verschuldigd te zijn, terwijl achteraf blijkt dat die derde in het geheel niets aan de veroordeelde verschuldigd was. Nu in een dergelijk geval de mogelijkheid bestaat dat de verzettermijn is verstreken voordat de veroordeelde met het verstekvonnis bekend is geraakt, is toepassing van art. 143 lid 3 in verbinding met art. 144 Rv alsdan niet gerechtvaardigd. (meer…)

Cassatieblog.nl