HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2363
De bedrijfstakregelingen in de Metaal en Techniek zijn van toepassing als, naar overeengekomen arbeidsuren gemeten, bij een werkgever méér werknemers betrokken zijn bij de in de werkingssfeerbepalingen bedoelde werkzaamheden dan bij werkzaamheden die gerekend moeten worden tot een andere bedrijfstak. Hierbij geldt dat onder de woorden (werknemers die) “betrokken zijn bij” (de in de deze regelingen omschreven werkzaamheden) dient te worden verstaan dat de desbetreffende werknemers zich bezighouden met die werkzaamheden dan wel werkzaamheden verrichten die daaraan dienstbaar zijn.
Achtergrond
De vraag die in deze zaak centraal staat is of Unis Group Technische Services B.V. (hierna: Unis TS), verweerster in cassatie, onder de werkingssfeer van de bedrijfstakregelingen in de Metaal en Techniek (hierna: MT-regelingen) valt en derhalve op grond van die regelingen premies dient af te dragen aan eiseressen tot cassatie, aangeduid als de MT-fondsen. Unis Group – waarvan Unis TS deel uitmaakt – houdt zich bezig met verkoop, service en reparatie op het gebied van industriële besturingsapparatuur. De activiteiten van Unis TS betreffen met name onderzoeks-, reparatie- en testactiviteiten met betrekking tot printplaten afkomstig uit industriële besturingsapparatuur. Bij deze werkzaamheden geldt dat in eerste instantie de gebreken aan de printplaat moeten worden geanalyseerd. Vervolgens worden de componenten gezocht die nodig zijn voor de reparatie. Als componenten niet beschikbaar zijn, wordt gezocht naar een alternatief. Daarna vindt de feitelijke reparatie plaats, hetgeen vaak een beperking handeling is (het solderen van de vervangende component op de printplaat). Tot slot wordt de reparatie getest.
Het gaat in deze zaak om vier bedrijfstakregelingen, waarvan de werkingssfeerbepalingen telkens inhouden dat de desbetreffende regeling van toepassing is op de ‘werkgever in de Metaal en Techniek’. Blijkens de tekst van deze werkingssfeerbepalingen is voor de toepasselijkheid van de MT-regelingen beslissend of “het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals uitgeoefend in de [in die regelingen] omschreven takken van bedrijf, groter is dan het aantal overeenkomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijf”. Het hof heeft deze bepaling aldus uitgelegd dat het gaat om de hoeveelheid arbeidsuren, en dus de totale werktijd (het aantal betrokken fte’s) die de in dienst zijnde werknemers besteden aan de in de MT-regelingen omschreven werkzaamheden. Voorts heeft het hof overwogen dat de test- en analysewerkzaamheden die door Unis TS worden uitgevoerd – welke werkzaamheden als zodanig niet worden genoemd in de werkingssfeerbepalingen van de MT-regelingen –, niet moeten worden toegerekend aan de door Unis TS uitgevoerde onderhouds- en herstelwerkzaamheden – die wel in die bepalingen worden genoemd –, maar moeten worden gezien als daarvan losstaand. De MT-fondsen hebben zich gekeerd tegen (onder meer) deze oordelen van het hof.
Cassatie
De Hoge Raad stelt voorop dat voor de toepasselijkheid van alle vier de MT-regelingen beslissend is of een werkgever voldoet aan de hierboven geciteerde omschrijving en overweegt vervolgens dat uit deze omschrijving volgt dat eerst dient te worden nagegaan welke werknemers betrokken zijn bij de in de regelingen omschreven werkzaamheden, en dat vervolgens dient te worden nagegaan hoeveel arbeidsuren de werkgever in totaal met deze werknemers is overeengekomen. Dit geldt volgens de Hoge Raad dus ongeacht of deze werknemers gedurende al hun arbeidsuren bij deze werkzaamheden betrokken zijn (die eis wordt immers in de omschrijving niet gesteld, aldus de Hoge Raad). Daarna dient een vergelijking te worden gemaakt met het totale aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijf. De MT-regelingen zijn blijkens de werkingssfeerbepalingen van toepassing als het aantal overeengekomen arbeidsuren van de eerstgenoemde groep groter is dan die van de laatstgenoemde groep. De uitleg die het hof heeft gegeven strookt niet met de omschrijving van de MT-regelingen en is dus niet juist. Bovendien acht de Hoge Raad de door het hof aan die bepalingen gegeven uitleg in de praktijk moeilijk toepasbaar, nu die uitleg meebrengt dat in beginsel met betrekking tot alle werknemers individueel zal moeten worden nagegaan hoeveel uren zij besteden aan de in de MT-regelingen genoemde werkzaamheden. A-G Timmerman concludeerde eerder dat ’s hofs uitleg wel juist is, omdat daarmee recht zou worden gedaan aan doel en strekking van de regeling.
Vervolgens gaat de Hoge Raad in op wat in de hiervoor geciteerde beschrijving onder de woorden (werknemers die) “betrokken zijn bij” (de in de MT-regelingen omschreven werkzaamheden) moet worden verstaan. De Hoge Raad overweegt dat hieronder moet worden verstaan dat de desbetreffende werknemers zich bezighouden met die werkzaamheden dan wel werkzaamheden verrichten die daaraan dienstbaar zijn. Opzet van werkingssfeerbepalingen als de onderhavige is immers om de ondernemingen aan te wijzen waarvan de belangrijkste activiteit bestaat in de daarin bedoelde werkzaamheden, en die daarom tot de bedrijfstak behoren, aldus de Hoge Raad. Werkzaamheden die dienstbaar zijn aan de in de werkingssfeerbepalingen bedoelde werkzaamheden, vallen dan ook daaraan toe te rekenen. Deze uitleg strookt volgens de Hoge Raad ook met de ruime betekenis van de woorden “betrokken zijn bij”. Het oordeel van het hof dat de test- en analysewerkzaamheden die door Unis TS worden uitgevoerd – welke werkzaamheden als zodanig niet worden genoemd in de werkingssfeerbepalingen van de MT-regelingen –, niet moeten worden toegerekend aan de door Unis TS uitvoerde onderhouds- en herstelwerkzaamheden – die wel in die bepalingen worden genoemd –, maar moeten worden gezien als daarvan losstaand, geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad benadrukt dat immers vaststaat dat de onderhavige test- en analysewerkzaamheden door Unis TS worden uitgevoerd met het oog op uitsluitend de door Unis TS verrichte onderhouds- en herstelwerkzaamheden in de zin van de werkingssfeerbepalingen. Daarmee zijn die test- en analysewerkzaamheden naar hun aard dienstbaar aan de onderhouds- en herstelwerkzaamheden. Willen laatstgenoemde werkzaamheden naar behoren kunnen worden uitgevoerd, dan zullen immers ook steeds eerstgenoemde werkzaamheden in enige omvang moeten plaatsvinden, teneinde te bezien wat voor onderhoud of herstel nodig is en te bezien of verricht onderhoud of herstel naar behoren heeft plaatsgevonden. Het onderhavige geval verschilt dan ook van het geval dat aan de orde was in HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:215, CB 2014-30 (Adimec), hetgeen niet anders wordt door de vaststellingen van het hof dat de uitgebreide en specialistische kennis en ervaring die Unis TS heeft met betrekking tot genoemde test- en analysewerkzaamheden een “unique sellingpoint” van haar is.
Een en ander brengt mee dat de MT-regelingen van toepassing zijn als, naar overeengekomen arbeidsuren gemeten, bij een werkgever méér werknemers betrokken zijn bij de in de werkingssfeerbepalingen bedoelde werkzaamheden – in de hiervoor bedoelde zin – dan bij werkzaamheden die gerekend moeten worden tot een andere bedrijfstak. De Hoge Raad casseert, waar de A-G eerder tot verwerping van het cassatieberoep concludeerde.
De MT-fondsen zijn in de cassatieprocedure bijgestaan door Martijn Scheltema.