Zoekresultaten voor: ECLI:NL:HR:2020:1012


Wvggz: het verzoek van de officier van justitie en art. 23 Rv

Wvggz: Cassatieberoep tegen voortzetting crisismaatregel; andere zorg dan in crisismaatregel; onafhankelijkheid van psychiater in crisisdienst; actualiteit van de beoordeling

ECLI:NL:HR:202:1012 en ECLI:NL:HR:2020:1017

In de eerste twee uitspraken onder de per 1 januari 2020 in werking getreden Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), een van de opvolgers van de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz), beslist de Hoge Raad dat tegen de verlening van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel cassatieberoep openstaat. De Hoge Raad oordeelt dat sprake is van een omissie van de wetgever, waar deze uitsluitend in het kader van de zorgmachtiging heeft bepaald dat de regels van de verzoekschriftprocedure in Rv aanvullend van overeenkomstige toepassing zijn. Tegen de voorganger van de machtiging voortzetting crisismaatregel onder de Wet Bopz, de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, stond geen gewoon rechtsmiddel open (art. 29 lid 5). In art. 7:8 lid 5 Wvggz is slechts bepaald dat tegen de beslissing van de rechter tot voortzetting van de crisismaatregel geen hoger beroep openstaat. (meer…)

Cassatieblog.nl