HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:279 (verkopers/Goedvast)

De Hoge Raad bevestigt dat de rechter een beperkte motiveringsplicht heeft ten aanzien van zijn beslissing om een deskundigenbericht al dan niet te volgen. De rechter zal echter wel moeten ingaan op specifieke bezwaren van een partij als deze een voldoende gemotiveerde betwisting van de zienswijze van de deskundige inhouden.

 

In 2002 hebben de eisers tot cassatie (hierna: de verkopers) alle aandelen van de vennootschap Duinzigt Woonservice B.V. aan Goedvast verkocht. De afspraken bij de koopovereenkomst hielden onder meer in dat Duinzigt “schoon” (schuldenvrij) zou worden opgeleverd.

Na de verkoop heeft Goedvast geconstateerd dat er nog wel schulden aanwezig waren. Het ging onder meer om schulden aan de fiscus en aan verhuurders voor wie Duinzigt de huren had geïncasseerd. Goedvast heeft hiervoor schadevergoeding gevorderd. Het hof heeft een deskundige benoemd om zich te laten voorlichten over de vraag welke schulden Duinzigt nog had aan derden. Het hof heeft het advies van de deskundige overgenomen en de verkopers veroordeeld tot betaling van ruim € 50.000,– in hoofdsom. In cassatie klagen de verkopers over het gepasseerde gemotiveerde verweer dat zij ten aanzien van een aantal schadeposten hebben gevoerd.

Verweer eenmaal wel en eenmaal niet gehonoreerd

De eerste cassatieklacht gaat over de vorderingen van Goedvast voor vennootschapsbelasting en omzetbelasting. De verkopers hadden een gelijkluidend verweer gevoerd tegen de vorderingen van Goedvast voor zowel de betaalde vennootschapsbelasting als de betaalde omzetbelasting. Het hof had dat verweer voor de vennootschapsbelasting gehonoreerd, maar voor de omzetbelasting had het er niet op gerespondeerd. De verkopers hadden in beide gevallen aangevoerd dat Goedvast niet had aangetoond dat deze schuld daadwerkelijk door haar was voldaan of verrekend, en het daarom aannemelijker was dat de aanslag was ingetrokken naar aanleiding van een bezwaarschrift van de belastingadviseur. Het hof had dit verweer in het kader van de vennootschapsbelasting gehonoreerd, en concludeerde dat bij gebreke van een betalingsbewijs de schuld niet als vaststaand kon worden aangemerkt. Ten aanzien van de omzetbelasting had het hof aan dit zelfde verweer geen aandacht besteed. Het oordeel ter zake van de omzetbelasting vindt de Hoge Raad daarom ontoereikend gemotiveerd, en de klacht slaagt.

Verweer tegen deskundigenbericht

Het hof had in navolging van de deskundige een bedrag van ruim € 23.000,– begroot voor de nog aan de verhuurders door te betalen huurontvangsten. De verkopers hadden deze schadepost voor een hoogte van ruim € 4.000,– betwist. Voor een tiental huren hadden de verkopers gemotiveerd gesteld dat deze al waren doorbetaald dan wel dat deze pas na de koop waren ontvangen. De benoemde deskundige had zich op dit punt aangesloten bij de berekening van de door Goedvast ingeschakelde accountant. Over het verweer van de verkopers had de deskundige, in aansluiting op de mededeling dat hij geen reden had om aan de deskundigheid van de accountant te twijfelen, het volgende vermeld:

“Het opnieuw uitvoeren van de werkzaamheden (…) lijkt mij niet rationeel gezien het bedrag van € 4.199,74 dat gemotiveerd betwist wordt.”

De verkopers herhaalden het verweer na het afronden van het deskundigenbericht en maakten er met name bezwaar tegen dat de deskundige zonder eigen onderzoek het rapport van de accountant had gevolgd. Het hof ging aan deze bezwaren voorbij, omdat de deskundige deze bezwaren al in aanmerking zou hebben genomen. Het hof wees het volledige bedrag toe.

Bij het beoordelen van deze klacht stelt de Hoge Raad het volgende voorop, wat ook al volgde uit zijn eerdere oordeel in HR 9 december 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BT2921):

“Voor de rechter geldt een beperkte motiveringsplicht ten aanzien van zijn beslissing om de bevindingen van een deskundige al dan niet te volgen. Wel dient hij bij de beantwoording van de vraag of hij de conclusies waartoe een deskundige in zijn rapport is gekomen, in zijn beslissing zal volgen, alle ter zake door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden in aanmerking te nemen en op basis van die aangevoerde stellingen in volle omvang te toetsen of aanleiding bestaat van de in het rapport geformuleerde conclusies af te wijken. De rechter zal op specifieke bezwaren van een partij moeten ingaan als deze bezwaren een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van de zienswijze van de deskundige” (3.4.3).

De Hoge Raad wijst op de niet-inhoudelijke reactie van de deskundige op het standpunt van de verkopers en het herhalen van dit standpunt in hun akte na deskundigenbericht. In het licht daarvan heeft het hof zijn oordeel ontoereikend gemotiveerd, door de conclusie van de deskundige op dit punt zonder meer te volgen. De Hoge Raad vernietigt het arrest en verwijst het geding naar een ander hof.

Cassatieblog.nl

Share This