Selecteer een pagina

HR 30 juni 2017 ECLI:NL:HR:2017:1206

Door Lunet Zorg vooraf ervan in kennis te stellen dat zij kosten zouden maken voor het voeren van verweer in deze cassatieprocedure en door van die kosten een eerste schatting te geven, hebben De Biezenrijt c.s. voldaan aan de op hen rustende verplichting van art. 2 lid 5 Wmcz. Niet kan voorts worden gezegd dat de in cassatie gemaakte kosten onredelijk zijn.

 

Deze zaak is een vervolg op Hoge Raad 16 december 2016, hier besproken (CB 2016-195 ). Die zaak betrof een geschil tussen een zorgaanbieder, Lunet Zorg, en twee cliëntenraden over het niveau waarop de medezeggenschap diende te worden geregeld onder de gewijzigde Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). In dat arrest  had de Hoge Raad de beslissing over de proceskosten in het principale en incidentele cassatieberoep aangehouden omdat niet duidelijk was of ook in cassatie was beoogd de bijzondere regeling van art. 2 lid 5 Wmcz in te roepen. De Hoge Raad had de zaak naar de rol verwezen voor uitlating partijen. Hij had hieraan nog – hoopvol? – toegevoegd dat het partijen uiteraard vrij stond op dit punt zelf tot een regeling te komen. Tot een regeling buiten rechte is het klaarblijkelijk niet gekomen.

Art. 2 lid 5 Wmcz bepaalt dat de kosten van het voeren van rechtsgedingen door cliëntenraden zoals bedoeld in art. 10 lid 2 van de wet (verzoek aan de kantonrechter om bevel te geven bepaalde artikelen uit de wet na te leven) ten laste komen van de zorgaanbieder, maar slechts indien deze van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld. Lunet Zorg heeft zich op twee punten verweerd tegen de door de cliëntenraden ingediende kostenopgave voor de cassatieprocedure ten belope van ruim  58.000 euro. Allereerst stelde Lunet Zorg dat de cliëntenraden de kosten vooraf hadden geschat op een bedrag tussen de 30.00 en 35.000 euro exclusief kantoorkosten en btw (dus maximaal ruim 44.000 euro). Voorts wees Lunet Zorg op de inzet van twee cassatieadvocaten, bovendien van hetzelfde kantoor als de advocaten die de zaak voor de cliëntenraden in feitelijke instantie hadden behartigd. Zij vond daarom aftrek van een bedrag van ruim 4.000 tot 6.000 euro redelijk. Zij krijgt op beide punten het deksel op de neus.

De Hoge Raad wijst er allereerst op dat uit de stukken blijkt dat de cliëntenraden slechts een eerste inschatting van de kosten van het voeren van verweer in cassatie hebben gegeven, zij hebben niet beoogd zich hiermee definitief vast te leggen.

Vervolgens beoordeelt de Hoge Raad of de door de cliëntenraden gemaakte kosten in redelijkheid zijn gemaakt en of deze een redelijke omvang hebben. Daarbij wijst de Hoge Raad erop dat hij slechts beperkt kan treden in de wijze waarop advocaten in cassatie hun procesvoering inrichten. De Hoge Raad wijst dan op verschillende aspecten:

Het onderhavige geschil betreft een bijzondere en principiële materie, waarover op goede gronden verschillend kan worden gedacht en waarover weinig is geprocedeerd. Voorts is sprake geweest van een incidenteel beroep, dat betrekking had op een ander onderdeel van het geschil dan het principale beroep en tot daarvan te onderscheiden werkzaamheden noopte. In verband met een en ander kan niet op voorhand worden gezegd dat het inschakelen van twee cassatieadvocaten – dat in zijn algemeenheid al niet ongebruikelijk is – in dit geval onredelijk was. Of die dubbele bezetting heeft geleid tot een onredelijke toename van kosten kan bij gebrek aan vergelijkingsmateriaal (zoals een indicatie van de door Lunet Zorg zelf gemaakte kosten) niet worden beoordeeld.

De rol in de cassatieprocedure van de advocaten uit de feitelijke instanties is blijkens de overgelegde specificaties bescheiden van omvang geweest (zij hebben onder meer contact onderhouden met de cliënten). In een cassatieprocedure is een dergelijke bijdrage van de advocaat of advocaten uit de feitelijke instanties in het algemeen niet onredelijk en dat is in dit geval niet anders.

Met inachtneming van het voorgaande kan volgens de Hoge Raad niet worden gezegd dat de door de cliëntenraden in cassatie gemaakte kosten onredelijk zijn. Volgt veroordeling van Lunet Zorg in de proceskosten van de cliëntenraden tot het door de laatsten opgegeven bedrag van ruim 58.000 euro.

 

Cassatieblog.nl

Share This