HR 22 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:107

De maximale geldigheidsduur van een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel (cm) is zes weken (drie + maximaal nog drie). Voor berekening van de einddatum van een zorgmachtiging wordt de dag waarop deze ingaat niet meegerekend. 

Het cassatieberoep werpt vragen op over de duur van de voortgezette cm en de daarop volgende zorgmachtiging. De rechtbank had een machtiging tot voortzetting van een cm verleend tot en met 18 juni 2020. Op de laatste dag van die termijn, 18 juni, diende de officier van justitie een verzoekschrift voor een aansluitende zorgmachtiging in. Bij beschikking van 30 juni 2020 had de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van die dag, en bepaald dat de machtiging zou gelden tot en met 30 december 2020.

Geldigheidsduur machtiging voortzetting crisismaatregel

Een machtiging voortzetting cm heeft een geldigheidsduur van drie weken na dagtekening. De machtiging vervalt na het verstrijken van de geldigheidsduur, tenzij de officier van justitie voor het verstrijken van die geldigheidsduur een verzoekschrift tot een zorgmachtiging heeft ingediend. In dat laatste geval vervalt de machtiging als de rechter op het verzoekschrift heeft beslist of door het verstrijken van de termijn waarbinnen de rechter uitspraak doet, d.i. drie weken (artt. 7:11 lid 1 en 6:2 lid 1, aanhef en onder b, Wvggz). Het wettelijk systeem voorziet aldus in een maximale geldigheidsduur van een (en dezelfde) machtiging voortzetting cm van zes weken. Dat betekent volgens de Hoge Raad dat een betrokkene niet behoeft te worden gehoord bij verlenging na de eerste drie weken.

Berekening geldigheidsduur zorgmachtiging

Een zorgmachtiging is terstond na de uitspraak van de rechter voor tenuitvoerlegging vatbaar. Voor berekening van de einddatum van de zorgmachtiging wordt de dag waarop deze ingaat niet meegeteld. De termijn eindigt dus in beginsel steeds aan het einde van de dag met hetzelfde nummer als de dag waarop de zorgmachtiging is ingegaan. De enige uitzondering hierop is het geval dat de maand waarin de termijn afloopt, niet een dag met hetzelfde nummer kent, omdat zij korter is; dan eindigt de termijn aan het einde van de laatste dag van die maand. De Hoge Raad wijst hierbij in een noot op zijn uitspraak van 1 september 2017 (besproken in CB 2017-157) over aanvang en einde van de rechtsmiddelentermijn.

De rechtbank heeft termijnen dus correct berekend en een aansluitende zorgmachtiging verleend.

Volgt verwerping van het cassatieberoep.

Cassatieblog.nl

Share This