Wanneer moet een niet-geregistreerd geneesmiddel worden vergoed?

HR 22 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1720
(i) Om een geneesmiddel aan te kunnen merken als rationele farmacotherapie in de zin van art. 2.8 lid 1, achter b, Besluit zorgverzekering moet het geneesmiddel het meest economisch zijn voor de zorgverzekering onderscheidenlijk de patiënt. Daarvoor komt het erop aan of een voldoende gelijkwaardig alternatief beschikbaar is dat goedkoper is. Dit moet worden beoordeeld op indicatieniveau en niet op het niveau van een individuele patiënt;
(ii) Bij de rechterlijke beoordeling of sprake is van bereiding op kleine schaal in de zin van art. 40 lid 3, onder a, Geneesmiddelenwet bestaat geen grond voor een terughoudende toetsing.
Cassatievlog #125 | Natrekking, maar geen verrijking

Hoge Raad 21 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:322
Onbillijkheden als gevolg van natrekking kunnen worden gecompenseerd door onder meer een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking. De wetsgeschiedenis houdt in dat een verrijking in geval van natrekking in beginsel ongerechtvaardigd is. Dit wil echter niet zeggen dat bij natrekking in beginsel sprake is van een verrijking. De hoofdregel is, ook bij natrekking, dat de partij die zich op ongerechtvaardigde verrijking beroept, moet stellen en zo nodig bewijzen dat de natrekking tot verrijking heeft geleid. Jerre de Jong bespreekt de uitspraak.
De positie van een dynamisch incorporatiebeding bij een overgang van onderneming

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1068
Dit arrest gaat over de positie van een zogeheten dynamisch incorporatiebeding bij een overgang van onderneming. Een dergelijk beding ‘incorporeert’ niet alleen de ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst geldende cao (‘statisch’), maar verklaart ook de nadien overeengekomen cao’s toepasselijk (‘dynamisch’). Kunnen werknemers zich na een overgang van onderneming op dit beding beroepen?
Recente berichten
- Inlening van een uitzendkracht door een particulier?
- Geen verlening van zorgmachtiging bij ontbreken van medische verklaring
- Wanneer is sprake van een aansluitende zorgmachtiging in de Wvggz?
- Jaarverslag van de Hoge Raad over 2024
- Kennisclip Hoger Beroep #4: Appeltermijnen
- Niet toelaten van Caribische advocaten als cassatieadvocaat is geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling, maar moet wel worden geregeld
- Kantonrechter bevoegd kennis te nemen van verzoek tot vestiging verzorgingsvruchtgebruik
- Kennisclips Hoger Beroep #2: Wanneer hoger beroep mogelijk is
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (13)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (327)
- Arbeidsrecht (236)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (69)
- Erfrecht (39)
- Europees recht (87)
- Financieel recht (52)
- Goederenrecht (94)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (62)
- Huurrecht (79)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (202)
- Intellectuele-eigendomsrecht (116)
- Internationaal privaatrecht (81)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (103)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (178)
- Pensioenrecht (24)
- Personen- en familierecht (210)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (27)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (137)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (865)
- Strafrecht (8)
- Verbintenissenrecht (298)
- Vermogensrecht algemeen (88)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (78)
- Wetgeving cassatierechtspraak (14)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (123)