HR 9 februari 2018 ECLI:NL:HR:2018:181

Gelet op de ingrijpende aard van de beslissing tot vrijheidsbeneming mag een verzoek om nader deskundigenonderzoek slechts gemotiveerd worden afgewezen.

Betrokkene is op grond van een voorlopige machtiging opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging te verlenen tot voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.  Bij de mondelinge behandeling van het verzoek heeft de advocaat van betrokkene verzocht om nader deskundigenonderzoek. De rechter heeft dat ter zitting afgewezen met de motivering:

“Ik zie niet de noodzaak om een extra onderzoek te laten doen. De stoornis en het gevaar zijn aanwezig. Ik zal de machtiging dus afgeven.”

De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere uitspraak met betrekking tot motiveringeisen ( HR 29 april 2005 ECLI:NL:HR:2005:AS5978). Gelet op de ingrijpende aard van de beslissing tot vrijheidsbeneming mag er slechts gemotiveerd worden afgewezen.

De rechter is (…) overeenkomstig de algemene regels in de verzoekschriftprocedure vrij een verzoek tot het verrichten van een nader onderzoek door een deskundige af te wijzen. Niettemin moet, gelet op de ingrijpende aard van de door de rechter te nemen, tot vrijheidsbeneming leidende beslissing worden aangenomen dat een verzoek tot het verrichten van een nader onderzoek door een deskundige slechts gemotiveerd kan worden afgewezen. De eisen die aan die motivering moeten worden gesteld, hangen af van de omstandigheden van het geval, waarbij met name van belang is op welke punten het verzochte nadere onderzoek zich volgens de betrokkene zou moeten richten, en de mate waarin de rechter uit de bij het verzoek tot het verlenen van de machtiging overgelegde geneeskundige verklaring en de overige stukken reeds duidelijkheid heeft verkregen omtrent de door hem te beslissen punten.

Volgt vernietiging en verwijzing naar dezelfde rechtbank.

Cassatieblog.nl

Share This