HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:847

Bij de beantwoording van de vraag of werknemers onder de werkingssfeer van een algemeen verbindend verklaarde cao vallen preciseert de Hoge Raad het Unis-arrest in die zin dat als niet kan worden vastgesteld op welke werkzaamheden de overeengekomen arbeidsuren zien, moet worden onderzocht aan welke werkzaamheden die uren feitelijk worden besteed. Verder beslist de Hoge Raad dat de werkgever in dit geval aanknopingspunten moet bieden voor de onderbouwing door het pensioenfonds van zijn stellingen en dat een uitleg van een cao waarbij bepaalde werkzaamheden niet onder enige cao vallen niet voor de hand ligt.

Het ging in deze zaak met name om een vordering van een pensioenfonds in de Metaal en Techniek tot een verklaring voor recht dat de werkgever onder de werkingssfeer van de (algemeen verbindend verklaarde) cao Metaal en Techniek viel en tot betaling van pensioenpremies. De werkgever die actief is in de rioleringsbranche weigerde die premies te betalen omdat hij meende niet onder de werkingssfeer van de betreffende cao in de Metaal en Techniek te vallen. De kantonrechter had die vordering deels toegewezen, het hof had die afgewezen.

Het hof had een deskundige ingeschakeld om vast te stellen hoeveel werknemers voor de overeengekomen arbeidsuren werkzaamheden verrichten die vielen binnen de cao Metaal en Techniek (met name private rioleringswerkzaamheden). Volgens de Hoge Raad dient daartoe immers te worden vastgesteld of het aantal overeengekomen arbeidsuren van werknemers die onder de relevante regeling vallen groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren voor werknemers voor wie dat niet geldt. De deskundige had, omdat uit de arbeidsovereenkomsten en verzamelloonstaten niet duidelijk werd of de overeengekomen arbeidsuren werden besteed aan werkzaamheden die onder de werkingssfeer van de betreffende cao vielen, aangegeven dat niet kon worden vastgesteld of aan die eis werd voldaan. Het hof heeft vervolgens beslist dat het pensioenfonds niet had aangetoond dat de werkgever onder de werkingssfeer van de betreffende cao viel.

De Hoge Raad casseert. De Hoge Raad preciseert zijn beslissing in de Unis zaak (zie CB 2019-5) in die zin dat, nu in dit geval uit de arbeidsovereenkomsten en verzamelloonstaten (overeengekomen arbeidsuren) niet duidelijk werd bij welke werkzaamheden de werknemers betrokken zijn of waren, het hof had moeten beoordelen bij welke werkzaamheden zij feitelijk betrokken zijn of waren. Omdat de deskundige dat, vanwege de aan hem door het hof gegeven opdracht, niet had onderzocht, acht de Hoge Raad ook de klacht tegen de beslissing van het hof dat geen verder onderzoek door de deskundige noodzakelijk was, gegrond. In dat verband acht de Hoge Raad van belang dat zelfs de werkgever had voorgesteld werkbonnen en facturen te onderzoeken.

Verder had het pensioenfonds aangevoerd dat de werkgever meer informatie had moeten verstrekken om hem in staat te stellen te onderzoeken of de werkgever onder de werkingssfeer van de relevante cao viel, maar dat had geweigerd. Het hof meende dat dit voor risico van het fonds kwam omdat de stelplicht en bewijslast op hem rustte. De Hoge Raad casseert ook dit oordeel. In de omstandigheden van dit geval diende de werkgever aanknopingspunten te bieden voor een eventuele nadere onderbouwing door het pensioenfonds van zijn stellingen.

De Hoge Raad gaat ten slotte in op de uitleg aan de hand van de cao-maatstaf die het hof aan de relevante cao (en andere toepasselijke regelingen) had gegeven. Het hof had die regelingen in dat verband zo uitgelegd dat mede sprake was van werkzaamheden die zowel niet onder de cao Metaal en Techniek en niet onder de mogelijk andere relevante cao van de Bouwnijverheid vielen (de zogenaamde ‘blinde vlek’), ondanks dat het had geconstateerd dat in de toelichting bij de Wet op de algemeen verbindendverklaring van cao’s tot uitdrukking is gebracht dat dergelijke ‘blinde vlekken’ zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. De Hoge Raad vernietigt ook die beslissing omdat het in het kader van de uitleg van de relevante cao’s, mede gelet op de aan de algemeen verbindendverklaring ten grondslag liggende beschermingsgedachte voor werknemers, niet voor de hand ligt dat dergelijke ‘blinde vlekken’ ontstaan. Hij legt de betreffende regelingen dan ook zo uit dat de werkzaamheden ofwel onder de cao Metaal en Techniek of onder de cao Bouwnijverheid vallen.

Cassatieblog.nl

Share This