HR 21 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:916

Als de rechter dient te beslissen op een verzoek tot vernietiging van een VvE-besluit of om vervangende machtiging ten behoeve van de wijziging van een splitsingsakte, moeten alle appartementseigenaren c.q. stemgerechtigden in het geding zijn betrokken. Zij moeten daarom allemaal bij name worden opgeroepen.

De casus

De zaak betreft een geschil tussen eigenaars van appartementsrechten. De drie eigenaars van de appartementen op de bovenste verdieping willen hun appartement uitbreiden met een opbouw met terras op het dak van het complex. De eigenaar van de bedrijfsruimte op de begane grond wil de bedrijfsruimte splitsen in afzonderlijke appartementsrechten. In de vergadering van de VvE is met een volstrekte meerderheid toestemming gegeven voor deze plannen (hierna: het VvE-besluit). Voor de daarvoor benodigde wijziging van de splitsingsakte is echter niet de benodigde 80% van de stemmen behaald. De eigenaars van de appartementen op de bovenste verdieping en de eigenaar van de bedrijfsruimte hebben de kantonrechter verzocht om een vervangende machtiging (art. 5:140 lid 1 BW) voor de wijziging van de splitsingsakte. De eigenaars van vier andere appartementen hebben zich daartegen verzet en hebben de kantonrechter verzocht het VvE-besluit op de voet van art. 5:130 BW te vernietigen. Er zijn nog meer appartementseigenaars lid van de VvE (hierna: de overige appartementseigenaars), maar die zijn niet in de procedure betrokken.

De beslissingen in de feitelijk instanties

De kantonrechter heeft de vervangende machtiging verleend en heeft het verzoek tot vernietiging van het VvE-besluit afgewezen. Het hof heeft het VvE-besluit echter alsnog nietig verklaard en heeft het verzoek om een vervangende machtiging voor de wijziging van de splitsingsakte afgewezen. Het hof heeft zich van deze beslissingen niet laten weerhouden door de vaststelling dat de overige appartementseigenaren niet bij name waren opgeroepen, zoals de art. 5:130 lid 3 en 5:140 lid 4 BW wel voorschrijven. Het hof heeft ter zake overwogen dat weliswaar uit de notulen van een VvE-vergadering van 28 februari 2022 bleek dat deze eigenaren met de besluiten hadden ingestemd, maar dat het belang van de tegenstemmers hoe dan ook zwaarder woog.

De beslissing van de Hoge Raad

De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof. Hij overweegt dat het verzoek tot vernietiging van het VvE-besluit betrekking heeft op de vaststelling van rechten en verplichtingen van de appartementseigenaars en dat de beslissing op dat verzoek hen allen bindt. Dat geldt ook voor het verzoek om de vervangende machtiging ten behoeve van de wijziging van de splitsingsakte. Dit betekent, aldus de Hoge Raad, dat de rechter op deze verzoeken slechts kan beslissen in een geding waarin alle appartementseigenaars zijn betrokken. Daarom schrijft art. 5:130 lid 3 BW voor dat onder meer alle stemgerechtigden (onder wie in beginsel alle appartementseigenaars) bij name worden opgeroepen om op een verzoek tot vernietiging te worden gehoord, en schrijft art. 5:140 lid 4 BW in verbinding met art. 5:139 lid 1 BW voor dat alle appartementseigenaars bij name worden opgeroepen om op een verzoek om een vervangende machtiging te worden gehoord. Deze voorschriften geven voor de daarin aan de orde zijnde gevallen uitdrukking aan het in art. 6 EVRM en art. 19 Rv vervatte beginsel van hoor en wederhoor. De rechter moet er ambtshalve op toezien dat aan die voorschriften wordt voldaan.

Het hof heeft dus ten onrechte op de verzoeken beslist zonder eerst de overige appartementseigenaars op te roepen.

Afdoening

De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking. Die beslissing wijkt af van de conclusie van A-G Hartlief, die tot verwerping strekte.

Cassatieblog.nl

Share This