HR 20 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3336
Aan een verzoek tot afgifte van een proces-verbaal door een advocaat die verklaart daaraan behoefte te hebben omdat wordt overwogen een rechtsmiddel tegen de beslissing in te stellen, dient onverwijld te worden voldaan.
Dit is voor advocaten, vooral voor diegenen onder hen die regelmatig verzoekschriftprocedures behandelen, een buitengewoon prettige uitspraak. Velen van hen zullen ooit zijn gestuit zijn op een griffiemedewerker die (ook na ruggespraak met de behandelend rechter) een proces-verbaal eenvoudigweg weigert, of zegt dat het alleen wordt uitgewerkt dan wel verstrekt als een ander rechterlijk college daarom verzoekt. De wet is er kennelijk slechts ter bepaling van de gedachten. Advocaten kunnen nu wijzen op deze uitspraak, die alsdan hopelijk wel voldoende gezaghebbend zal zijn.
Het gaat om een beslissing in het kader van de Wet Bopz tot verlening van een machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. De cassatieadvocaat klaagt dat de rechtbank niet heeft willen voldoen aan een herhaald verzoek om afschrift van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling. Aan haar was meegedeeld dat processen-verbaal ingevolge beleidsafspraken slechts op verzoek van de Hoge Raad worden verstrekt.
De Hoge Raad maakt met dit rechtbank-beleid – dat vermoedelijk is gestoeld op als zodanig niet onbegrijpelijke kostenoverwegingen – korte metten. Hij wijst op de wettelijke voorschriften die inhouden dat van het verhandelde ter zitting en de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen een proces-verbaal wordt opgemaakt (art. 279 lid 4 Rv) en dat de griffier zo spoedig mogelijk een afschrift verstrekt aan de verzoeker en de in de procedure verschenen belanghebbenden (art. 290 lid 2 Rv). Deze voorschriften strekken er volgens de Hoge Raad onder meer toe dat iemand de inhoud van het proces-verbaal kan betrekken bij zijn beslissing of, en zo ja op welke gronden hij een rechtsmiddel zal instellen.
Dit brengt mee dat het verstrekken van een afschrift van een proces-verbaal niet afhankelijk mag worden gesteld van het al dan niet zijn ingesteld van een rechtsmiddel. Aan een verzoek tot afgifte van een proces-verbaal door een advocaat die verklaart daaraan behoefte te hebben omdat wordt overwogen een rechtsmiddel tegen de beslissing in te stellen, dient dan ook onverwijld te worden voldaan, aldus de Hoge Raad.
De Hoge Raad voegt daaraan toe dat aan de eerder genoemde voorschriften extra gewicht toekomt in zaken waarin de beslissing strekt tot vrijheidsbeneming.
In deze zaak komt het overigens bij gebrek aan belang niet tot cassatie: de rechtbank had het proces-verbaal op verzoek van de Hoge Raad na het instellen van cassatieberoep alsnog verstrekt en de cassatieadvocaat was in de gelegenheid geweest haar verzoekschrift naar aanleiding van dit proces-verbaal aan te vullen.