Alle berichten van: Maarten Jansen


jachthavenHR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1830 (Searocco Yachts B.V. c.s./Altena Yachting B.V.)

De enkele omstandigheid dat een zaak die in bewaring is gegeven tevens in het belang van de bewaarnemer mag worden gebruikt, sluit niet uit dat sprake is van bewaarneming en dat de bewaarnemer kosten terzake van de bewaarneming bij de bewaargever in rekening kan brengen. Dit stemt overeen met de regels van samenloop. Of een overeenkomst in een concreet geval (mede) kan worden aangemerkt als een overeenkomst van bewaarneming, dient te worden beoordeeld aan de hand van de Haviltexmaatstaf. (meer…)

HR 12 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1601 (Melkveehouders / Drentse Overijsselse Coöperatie Kaas B.A.)

Aan de eis van art. 2:60 BW dat de uittredingsvoorwaarde is opgenomen in de statuten, is voldaan als uit de statuten voor de leden deze voorwaarde kenbaar is en de aard en omvang van de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor hen bepaalbaar zijn.  (meer…)

HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1413 (Cassatie in het belang der wet)

Bij de beantwoording van de vraag of en in hoeverre in een geval van overtreding van het beheersverbod van art. 20 WvK plaats is voor de sanctie van hoofdelijke aansprakelijkheid van de commanditaire vennoot (art. 21 WvK) kan mede van belang zijn of derden van diens vennootschappelijke hoedanigheid op de hoogte waren of behoorden te zijn. Steeds van belang is of de commanditaire vennoot tegen wie de sanctie van voornoemde bepaling wordt ingeroepen ter zake van zijn handelen een verwijt valt te maken. De Hoge Raad nuanceert hiermee zijn eerdere jurisprudentie. (meer…)

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1128 (Staat der Nederlanden / verweerder)

1. De rechter die in kort geding moet beslissen op een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening nadat de bodemrechter reeds een uitspraak in de hoofdzaak heeft gedaan, dient zijn uitspraak in beginsel af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, ook al is er een rechtsmiddel tegen die uitspraak ingesteld (afstemmingsregel) 2.Het vorenstaande geldt in beginsel ook indien de rechtmatigheid van een bestuursbesluit door de bestuursrechter is beoordeeld (formele rechtskracht). 3. De civiele (kort geding) rechter is bij de beoordeling van een geschilpunt dat niet de geldigheid van het besluit betreft echter niet gebonden aan de inhoudelijke overwegingen van de bestuursrechter. (meer…)

HR 20 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:661 (Minister van Financiën / Vereniging VEB NCVB, Stichting Beheer SNS Reaal e.a.)

(1) Mede gelet op het duale stelsel van rechtsbescherming van de Wet op het financieel toezicht (Wft) zijn de overwegingen in een uitspraak van de ABRvS over de rechtmatigheid van een onteigeningsbesluit niet bindend voor de Ondernemingskamer in de schadeloosstellingsprocedure. (2) Bij het bepalen van de schadeloosstelling op de voet van art. 6:8 en 6:9 Wft is het peilmoment het tijdstip van de onteigening en dienen alle relevante feiten en omstandigheden op het peiltijdstip in aanmerking te worden genomen, ook die welke niet algemeen bekend waren; de beurskoers is daarbij (hooguit) een mede in aanmerking te nemen omstandigheid. (meer…)

Cassatieblog.nl