Alle berichten van: Mette van Asperen


HR 16 maart 2018 ECLI:NL:HR:2018:345

De vragen van de rechtbank hebben alle betrekking op art. 4 lid 1 Wet Conflictenrecht onrechtmatige daad (oud; WCOD (oud)). Nog niet is onherroepelijk beslist dat eiseressen tot cassatie hebben gehandeld in strijd met Europees mededingingsrecht. De rechtbank gaat in afwachting van de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie slechts veronderstellenderwijs ervan uit dat sprake is van een wereldwijd kartel. Dit betekent dat nog niet vast staat dat een antwoord op de gestelde vragen nodig is om op de vorderingen tot schadevergoeding te beslissen. Evenmin is voldaan aan het vereiste dat een antwoord rechtstreeks van belang is voor een veelheid aan vorderingsrechten dan wel talrijke andere geschillen. (meer…)

HR 2 februari 2018 ECLI:NL:HR:2018:147

Gelet op het (grotendeels) ontbreken van een regeling in het commune internationaal privaatrecht en mededelingen van de zijde van de regering over het uitblijven van ratificatie van het Haags verdrag inzake internationale bescherming van volwassenen (HVV), moet worden aanvaard dat in voorkomend geval ruimte bestaat voor anticiperende toepassing van bepalingen uit het HVV. Om dezelfde reden bestaat er geen bezwaar de regels van het HVV toe te passen in geval van een rechterlijke beslissing uit een land dat geen partij is bij het verdrag (Spanje). (meer…)

HR 19 januari 2018 ECLI:NL:HR:2018:59

De erkenning van verzoeker door een Nederlandse gehuwde man heeft noch ten tijde van die erkenning, noch op enig tijdstip nadien tot gevolg gehad dat verzoeker ingevolge de Rijkswet op het Nederlanderschap (art. 4, oud en huidig) het Nederlanderschap heeft verkregen. (meer…)

HR 1 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3053

Het gebruik van de algemene professionele standaard waarvan sprake is bij de zorginfrastructuur van VZVZ, is gerechtvaardigd gelet op het doel van de gegevensuitwisseling. (meer…)

Cassatieblog.nl