HR 9 mei 2025 ECLI:NL:HR:2025:726
De rechter moet met de beoordeling van het verzoek tot verlening van een zorgmachtiging uitgaan van de op dat moment actuele toestand van betrokkene.
Dossier: Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud)
HR 9 mei 2025 ECLI:NL:HR:2025:726
De rechter moet met de beoordeling van het verzoek tot verlening van een zorgmachtiging uitgaan van de op dat moment actuele toestand van betrokkene.
HR 23 mei 2025 ECLI:NL:HR:2025:818
In zaken waar het gaat om verlening van zorgmachtiging mag afstand van het recht op rechtsbijstand door betrokkene niet snel worden aangenomen.
De rechtbank niet vastgesteld dat betrokkene afstand heeft gedaan van het recht op rechtsbijstand. (meer…)
HR 7 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:195
Hoge Raad houdt vast aan eerdere rechtspraak waaruit volgt dat op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) geen zorgmachtiging mag worden verleend indien een medische verklaring ontbreekt. (meer…)
HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:86
Omdat de zorgmachtiging niet verleend is binnen drie weken na het verzoek van de officier van justitie waarin om een aansluitende zorgmachtiging werd verzocht, is geen sprake van een aansluitende zorgmachtiging in de zin van art. 6:5, aanhef en onder b, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zorgmachtiging kan daarom niet met twaalf maanden verlengd worden, maar kan slechts verlengd worden met maximaal zes maanden. (meer…)
HR 14 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:385
De wet biedt geen aanknopingspunt voor – en art. 5 EVRM verzet zich derhalve tegen – het verlenen van Wzd-zorg in een niet-Wzd-geregistreerde accommodatie. (meer…)
HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1890
Bij de beoordeling van zorgmachtigingen moet de rechter onderzoeken of en vaststellen dat betrokkene, indien niet verschenen bij de mondelinge behandeling, niet bereid is zich te doen horen. De enkele vaststelling dat betrokkene niet bij de mondelinge behandeling aanwezig wilde zijn, is daartoe onvoldoende. (meer…)