HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:527
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat Booking.com bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten op het gebied van reizen. Dat betekent dat Booking.com mogelijk verplicht moet deelnemen aan het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche.
Verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
Verschillende bedrijven in Nederland zijn verplicht hun werknemers aan te melden bij een bedrijfstakpensioenfonds. Deze verplichting vloeit voort uit de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds en de daarop berustende verplichtstellings- en wijzigingsbesluiten. Zie over de verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds en de (financiële) gevolgen daarvan nader hier.
In deze zaak gaat het om de verplichte deelneming aan het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche. Die verplichting geldt voor werknemers die ‘werkzaam zijn in de bedrijfstak van de reisbranche’. Een bedrijf heeft (onder meer) werknemers die werkzaam zijn in de bedrijfstak van de reisbranche als het bedrijf kan worden aangemerkt als ‘reisagent’. Daaronder moet worden verstaan:
“degene die in de uitoefening van zijn bedrijf bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten op het gebied van reizen in de ruimste zin des woord, waaronder worden begrepen overeenkomsten inzake vervoer, verblijf en pakketreizen.”
De vraag is of Booking.com, gelet op deze definitie, kan worden aangemerkt als reisagent.
Uitlegmaatstaf
Om die vraag te beantwoorden, moet de bovenstaande definitie worden uitgelegd. Die definitie is opgenomen in de verplichtstellings- en wijzigingsbesluiten. Deze besluiten moeten worden aangemerkt als recht in de zin van art. 79 RO en op de uitleg van deze besluiten is de CAO-norm van toepassing.
De CAO-norm houdt, kort gezegd, dat een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven. Daarbij zijn in beginsel de bewoordingen van die bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van het besluit, van doorslaggevende betekenis. Het komt dus niet aan op de bedoelingen van de partijen voor zover deze niet uit de daarin opgenomen bepalingen kenbaar zijn, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin het besluit is gesteld (zie voor die norm onder meer HR 4 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:678, besproken in CB 2018-94).
Oordeel van het hof
Het gerechtshof Amsterdam was tot het oordeel gekomen dat Booking.com níet kon worden aangemerkt als reisagent, nu – kort gezegd – Booking.com de accommodatieverstrekkers alleen maar de mogelijkheid bood om hun accommodatie op de website aan te bieden en bezoekers van de website alleen maar de mogelijkheid bood om via de website een overeenkomst met de accommodatieverstrekker aan te gaan. Dat vond het hof onvoldoende om te spreken van ‘bemiddelen’.
De uitleg van de definitie van het begrip ‘reisagent’ door de Hoge Raad
Volgens de Hoge Raad blijkt uit de definitie van een reisagent allereerst dat niet van belang is met behulp van welke techniek of met welke werkwijze het bedrijf zijn activiteiten verricht. Over de gebruikte techniek of werkwijze stelt de definitie immers geen eisen. Het maakt dus niet uit dat de techniek die een bedrijf gebruikt om te bemiddelen bij het tot stand komen van overeenkomsten nog niet gangbaar was op het moment dat deze definitie werd geschreven, of zelfs nog niet bestond. Dat online reisbureaus nog niet bestonden toen deze definitie werd opgesteld, is daarmee – anders dan door Booking.com werd betoogd – geen belemmering om Booking.com aan te merken als reisagent.
In plaats daarvan is alleen van belang of Booking.com bemiddelt bij het tot stand komen van reisovereenkomsten. Maar wat moet worden daaronder worden verstaan? Omdat in de relevante besluiten geen omschrijving van het begrip ‘bemiddelen’ is gegeven, gaat de Hoge Raad op zoek naar andere objectieve aanknopingspunten.
Die vindt de Hoge Raad allereerst in de wet. Op grond van de wettelijke regeling over de bemiddelingsovereenkomst (art. 7:425 e.v. BW) is voor bemiddeling vereist dat de tussenpersoon werkzaamheden verricht die dienstbaar zijn aan het tot stand komen van overeenkomsten, of – anders gezegd – dat zijn werkzaamheden eraan bijdragen dat opdrachtgever en derde de overeenkomt kunnen sluiten. Dat sluit ook aan bij het tweede objectieve aanknopingspunt dat de Hoge Raad gebruikt: de taalkundige betekenis van het begrip ‘bemiddelen’ in de (online) Van Dale. Dat is ‘het tot stand brengen van een overeenkomst tussen twee of meer partijen’.
De Hoge Raad benoemt vervolgens dat de vraag of werkzaamheden als bemiddeling moeten worden aangemerkt, afhangt van de omstandigheden van het geval. Daarbij geeft de Hoge Raad wel enkele handvatten voor de praktijk:
- Als de tussenpersoon een vergoeding bedingt naar aanleiding van het tot stand komen van de overeenkomst tussen de derde en de wederpartij wijst dat op bemiddeling.
- De aard, omvang en intensiteit van de door een tussenpersoon te verrichten werkzaamheden kunnen variëren: de werkzaamheden hoeven niet veelomvattend te zijn om te kunnen spreken van bemiddeling.
- Het enkele in opdracht van of met goedvinden van de aanbieder plaatsen van een aan te bieden goed of dienst op de website van de tussenpersoon, zodat een overeenkomst tussen de aanbieder en een derde tot stand kan komen, kwalificeert in beginsel als bemiddeling.
In het kader van de vraag of ‘in de uitoefening van bedrijf’ wordt bemiddeld, zoals de definitie van reisagent vereist, is niet beslissend of bij het tot stand brengen van een concrete overeenkomst wordt bemiddeld. Het gaat in dat kader alleen erom hoe het bedrijfsmodel is ingericht.
Booking.com is een reisagent
Ten aanzien van Booking.com geldt dat als (i) haar website erop is gericht of ertoe uitnodigt dat derden via dat platform overeenkomsten met accomodatiehouders aangaan en (ii) Booking.com voor het tot stand komen van die overeenkomst een vergoeding ontvangt, haar bedrijfsmodel ‘bemiddeling’ behelst. De Hoge Raad komt tot het oordeel dat dit het geval is. Booking.com bemiddelt dus bij de uitoefening van haar bedrijf bij het tot stand komen van overeenkomsten op het gebied van reizen. Dat derden ook (eventueel na het raadplegen van de website van Booking.com) buiten Booking.com om overeenkomsten met de accomodatiehouders kunnen sluiten, doet daaraan niet af.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof Amsterdam. Of Booking.com zich ook daadwerkelijk moet aansluiten bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche staat hiermee nog niet vast. Diverse andere verweren van Booking.com moeten na verwijzing nog aan de orde komen.