Cassatieblog 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1059
Uit het bewijsvermoeden van art. 7:218 lid 2 BW vloeit voort dat schade aan het gehuurde, ontstaan gedurende de looptijd van de huurovereenkomst, wordt vermoed te zijn veroorzaakt door een tekortkoming van de huurder. Voor ontzenuwing van het bewijsvermoeden kan voldoende zijn dat twijfel is ontstaan over de oorzaak van de schade. (meer…)