HR 10 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:51 (mrs. Blokhuis en Smit q.q./verweerster)
(1) Bij een voordracht tot inbewaringstelling van de gefailleerde (art. 87 Fw) treedt de rechter-commissaris op in zijn hoedanigheid van rechter en uit hoofde van zijn wettelijke taak. De rechter-commissaris kan daarom niet worden aangemerkt als een verzoeker of belanghebbende die het recht toekomt een rechtsmiddel in te stellen tegen de op diens voordracht gegeven beschikking van de rechtbank. (2) Bij de beoordeling van een voordracht tot inbewaringstelling is de in art. 587 Rv voor toepassing van lijfsdwang voorgeschreven maatstaf – met de daarin besloten eisen van proportionaliteit en subsidiariteit – van overeenkomstige toepassing. (meer…)