Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: Fw art. 87


HR 22 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:102

In deze beschikking op een vordering tot cassatie in het belang der wet aanvaardt de Hoge Raad de mogelijkheid van schorsing van een faillissementsgijzeling, voorziet hij in enkele processuele waarborgen en reikt hij de rechter het relevante toetsingskader aan. (meer…)

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:286

Of de failliet aanspraak heeft op een afschrift van dan wel inzage in het p.-v. van het op de voet van art. 66 Fw gehouden getuigenverhoor, moet worden beoordeeld aan de hand van de in HR 22 september 1995, NJ 1997/339 geformuleerde maatstaf. Bij de op basis daarvan te maken belangenafweging komt groot gewicht toe aan het belang van de failliet bij afgifte van het p.-v., indien de failliet mede op grond van de verklaring van een getuige in bewaring is gesteld ex art. 87 Fw. In de belangenafweging dient tevens te worden betrokken het belang van de boedel, dat de failliet voorshands onkundig blijft van de precieze aard en inhoud van de door de getuige verschafte inlichtingen. Mogelijkheden van de rechter die over de inbewaringstelling oordeelt, indien het verzoek van de failliet tot afgifte van of inzage in het p.-v. wordt afgewezen.  (meer…)

HR 10 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:51 (mrs. Blokhuis en Smit q.q./verweerster)

(1) Bij een voordracht tot inbewaringstelling van de gefailleerde (art. 87 Fw) treedt de rechter-commissaris op in zijn hoedanigheid van rechter en uit hoofde van zijn wettelijke taak. De rechter-commissaris kan daarom niet worden aangemerkt als een verzoeker of belanghebbende die het recht toekomt een rechtsmiddel in te stellen tegen de op diens voordracht gegeven beschikking van de rechtbank. (2) Bij de beoordeling van een voordracht tot inbewaringstelling is de in art. 587 Rv voor toepassing van lijfsdwang voorgeschreven maatstaf  – met de daarin besloten eisen van proportionaliteit en subsidiariteit – van overeenkomstige toepassing. (meer…)

Cassatieblog.nl