HR 15 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1105
De partij die om een voorlopig getuigenverhoor verzoekt, hoeft niet nauwkeurig aan te geven welke feiten en stellingen hij aan zijn vordering ten grondslag wil leggen. De verzoeker hoeft zich evenmin uit te laten over de precieze aard van de vordering en de omvang van de schade die hij wil verhalen. Wel moet hij ruwweg de beoogde vordering en te bewijzen feiten schetsen, zodat voor de rechter en de wederpartij voldoende duidelijk is op welk feitelijk gebeuren het verhoor betrekking zal hebben. (meer…)