HR 15 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1756
Het hof heeft terecht op grond van art. 6:248 lid 1 BW voor de gevallen waarin wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd in het hofarrest ASR/[…], als algemene regel van aanvullend recht aangenomen dat de pachter verplicht is de aan het verpachte toe te rekenen fosfaatrechten over te dragen aan de verpachter, tegen betaling van 50% van de marktwaarde daarvan aan de pachter.
Feiten
Pachters hadden een melkveehouderijbedrijf. Zij hadden een hoevepachtovereenkomst met verpachter. Bij het aangaan van die pachtovereenkomst hebben pachters het melkveequotum van de afgaand pachter overgenomen. Ook hebben zij het verpachtersaandeel in het met het gepachte samenhangende melkquotum van de verpachter gekocht.
Op het moment dat de pachtovereenkomst tussen partijen werd beëindigd was bekend dat melkveehouders fosfaatrechten toegekend zouden krijgen op basis van het op 2 juli 2015 aanwezig melkvee. Een van de twee pachters heeft het melkveebedrijf voortgezet in een nieuwe maatschap. In 2018 zijn fosfaatrechten toegekend aan die nieuwe maatschap.
In deze procedure vordert verpachter een verklaring voor recht dat hij aanspraak kan maken op de aan pachter toegekende fosfaatrechten, voor zover die zijn toegekend op basis van de exploitatie van de gepachte hoeve op 2 juli 2015. Rechtbank en hof hebben deze vordering toegewezen.
Het hof Arnhem-Leeuwaarden verwees daarbij naar zijn eerdere arrest ASR/[…]. Daar oordeelde het hof dat de verpachter bij beëindiging van de pachtovereenkomst aanspraak kan maken op 50% van de fosfaatrechten, indien de pachtovereenkomst voldoet aan enige bijzondere voorwaarden. De juridische grondslag voor deze aanspraak is gelegen in de aard van de pachtovereenkomst en de eisen van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 1 BW), aldus het hof.
Hoge Raad
De pachters stellen cassatieberoep in tegen het arrest van het hof. In het middel wordt geklaagd dat het hof geen toepassing mocht geven aan de algemene regel uit het arrest ASR/[…]. De toepassing van de maatstaf van art. 6:248 lid 1 BW vergt een op het specifieke geval gerichte afweging. Dat geldt ook voor de 50/50-verdeling van fosfaatrechten waartoe het hof op basis van die algemene regel heeft geconcludeerd, aldus het onderdeel.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. Hij oordeelt dat het hof terecht, op grond van art. 6:248 lid 1 BW, als algemene regel van aanvullend recht heeft aangenomen dat de pachter verplicht is de aan het verpachte toe te rekenen fosfaatrechten over te dragen aan de verpachter, tegen betaling van 50% van de marktwaarde daarvan aan de pachter, indien is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in het arrest ASR/[…]. Het hof heeft niet miskend dat van deze regel kán worden afgeweken, vanwege de bijzondere omstandigheden van het geval.
Het bovenstaande is in lijn met de conclusie van A-G Valk. In randnummer 3.37 – 3.39 van de conclusie zet de A-G verdelingsregels die voortvloeien uit het arrest ASR/[…] helder uiteen.