Selecteer een pagina

Zoekresultaten voor: ecli:nl:hr:2017:1182


Verlenging van de verjaringstermijn van een vordering op een rechtspersoon die na vereffening in faillissement is opgehouden te bestaan

Verlenging van de verjaringstermijn van een vordering op een rechtspersoon die na vereffening in faillissement is opgehouden te bestaan

HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1310

Wanneer een rechtspersoon na faillietverklaring door insolventie is ontbonden en na vereffening van zijn vermogen in faillissement is opgehouden te bestaan, bestaat gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon is opgehouden te bestaan een grond voor verlenging van de verjaringstermijn als bedoeld in art. 3:320 BW. (meer…)

Wanneer verjaart de vordering op een rechtspersoon die na faillissement is opgehouden te bestaan?

Wanneer verjaart de vordering op een rechtspersoon die na faillissement is opgehouden te bestaan?

HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1182 (Eiser/Rabobank)

Art. 2:23c lid 2 BW jo. art. 3:320 BW geeft een regel voor het tijdstip waarop een verjaringstermijn van een vordering op een rechtspersoon eindigt nadat die rechtspersoon is opgehouden te bestaan. Die regel veronderstelt dat een lopende verjaringstermijn in elk geval niet afloopt zolang de vereffening van de rechtspersoon niet is heropend ex art. 2:23c lid 1 BW. Dit brengt mee dat (i) heropening van de vereffening geen vereiste is voor het (voort)lopen van de verjaringstermijn dat (ii) een verjaringstermijn van een vordering op een niet meer bestaande rechtspersoon niet behoeft te worden gestuit gedurende de periode dat die rechtspersoon niet meer bestaat. (meer…)

Cassatieblog.nl