Selecteer een pagina

Alle berichten van: Femke Ruitenbeek-Bart


HR 23 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU1709

Voor een wijziging van eerder overeengekomen (kinder)alimentatie wegens gewijzigde omstandigheden (art. 1:401 lid 1 BW) is noodzakelijk, maar ook voldoende dat deze alimentatie vanwege de wijziging in omstandigheden niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Het hof stelde in dit geval ten onrechte de eis dat de vrouw had moeten aantonen dat de alimentatie was aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven. (meer…)

HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU3922 (X/Cyrte Investments cs.)

In deze zaak gaat het om de reikwijdte van het recht op contra-enquête in een voorlopig getuigenverhoor (art. 186 Rv) dat wordt gehouden terwijl de bodemzaak al aanhangig is (art. 186 lid 2 Rv). Had de rechter-commissaris de bevoegdheid om vier van de zeven aangedragen contra-getuigen te weigeren? Het antwoord van de Hoge Raad luidt ontkennend: de rechter-commissaris mag (contra-)getuigen slechts weigeren indien de goede procesorde in het geding is. De contra-enquête, waarin een partij de mogelijkheid krijgt tegenbewijs aan te brengen, strekt zich ook uit tot het ontzenuwen van reeds in het voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaringen. De Hoge Raad bevestigt bovendien dat deze beslissing van de rechter-commissaris een beschikking is, waartegen hoger beroep openstaat. (meer…)

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2708 (Furtrans/Augusta)

Het Brussels Beslagverdrag 1952 (Trb. 1981, 165) geeft eenvormige regels voor conservatoir beslag op zeeschepen voor zeerechtelijke vorderingen. Het beslag kan worden gelegd op het schip waarop de vordering betrekking heeft. Daarnaast kan beslag worden gelegd op andere schepen van de debiteur (“zusterschepen”), ongeacht of hij het gezag of de feitelijke macht over het schip heeft waarop de vordering betrekking heeft en uit dien hoofde aansprakelijk is. Het beslag dient uitsluitend ter verzekering van de zeerechtelijke vordering en kan daarom slechts doel treffen als het op de vordering toepasselijke recht verhaal op of afgifte van het schip mogelijk maakt. (meer…)

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2045

Ook voor verweren die door de geïntimeerde worden aangevoerd tegen de vordering van de oorspronkelijke eiser, geldt dat uitbreiding daarvan dient plaats te vinden in de eerste conclusie in hoger beroep. (meer…)

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU6545 (Roucar Gear Technologies/Mr. Guillouet q.q. c.s.)

Een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor dat niet gericht is op het inschatten van de proceskansen, maar op bewijsgaring, valt binnen het materiële toepassingsbereik als het onderliggende geschil een burgerlijke of handelszaak in de zin van art. 1 EEX-Verordening betreft. Een forumkeuze (art. 23 EEX-Vo) moet duidelijk en nauwkeurig zijn. Daarop strandt de klacht dat het hof zich niet slechts had moeten laten leiden door de tekstuele uitleg van de overeenkomst, maar tevens door de bedoeling van partijen. (meer…)

Cassatieblog.nl