Alle berichten van: Kasper Jansen


HR 8 februari 2013, LJN BY4600 (Eisers/Rabobank)

(1) De in art. 6:89 BW verankerde onderzoeks- en klachtplicht van de schuldeiser is van toepassing op alle verbintenissen, waaronder ook die uit beleggingsadviesrelaties. De vraag of aan deze onderzoeks- en klachtplicht is voldaan, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Bij die beoordeling is van belang of de schuldenaar nadeel lijdt door het late tijdstip waarop de schuldeiser heeft geklaagd. De tussen het bekend worden van het gebrek en de klacht verstreken tijd vormt weliswaar een belangrijke factor, maar is niet doorslaggevend.
(2) Bij beleggingsadviesrelaties rust ingevolge art. 6:89 BW op de (particuliere) cliënt pas een onderzoeksplicht met betrekking tot de vraag of de bank haar zorgplicht heeft nageleefd, indien de cliënt van die zorgplicht op de hoogte is en gerede aanleiding heeft te veronderstellen dat de bank daarin kan zijn tekortgeschoten. (meer…)

HR 25 januari 2013, ECLI:NL:HR:2012:BY1071

In de schadestaatprocedure kunnen slechts schadeposten aan de orde komen die zijn veroorzaakt door de in de hoofdprocedure vastgestelde tekortkoming. Blijkens art. 615 Rv is echter onverschillig of de schadeposten reeds in de hoofdprocedure waren gesteld. ’s Hofs oordeel dat in de hoofdprocedure een bepaald schadevoorval centraal heeft gestaan en dat in de schadestaatprocedure daarom geen ruimte bestaat voor het opvoeren van schadeposten uit een daaraan voorafgaande periode, is onbegrijpelijk. (meer…)

HR 21 december 2012, LJN BX9020 (X/Staat)

Heeft de rechter op grond van art. 611a lid 4 Rv bepaald dat een opgelegde dwangsom pas na verloop van een zekere termijn zal kunnen verbeuren, zonder dat daarbij een nadere respijttermijn is toegekend, dan moet deze rechterlijke termijn worden gekwalificeerd als een uitvoeringstermijn, na verloop waarvan de opgelegde dwangsom (direct) is gaan lopen, mits de uitspraak is betekend. Dit geldt ook voor bestuurlijke dwangsommen. (meer…)

HR 21 december 2012, LJN BY0485 (HZPC/Veritas)

De enkele omstandigheid dat een opdrachtnemer geen uitvoering geeft aan de opdracht doordat hij geen kennis heeft genomen van een daartoe strekkend verzoek van een derde, met wie hij geen contractuele relatie onderhoudt, is onvoldoende voor het oordeel dat de opdrachtnemer jegens die derde onrechtmatig heeft gehandeld. (meer…)

HR 14 december 2012, LJN BX8351 (Staat/X c.s.)

Resolutie 1737 van de VN-Veiligheidsraad, waarin onder meer een kennisembargo tegen “Iranian nationals” is uitgesproken, verplicht de Staat niet om bij de uitvoering daarvan onderscheid te maken tussen Iraanse en niet-Iraanse onderdanen. Niet aannemelijk is dat de Staat bij de uitvoering van resolutie 1737 in de Sanctieregeling Iran alles in het werk heeft gesteld om het maken van onderscheid tussen Iraanse en niet-Iraanse onderdanen te voorkomen. (meer…)

Cassatieblog.nl