Alle berichten van: Mette van Asperen


HR 12 april 2013, LJN BZ7016 (X/Staat)

Nu uit de parlementaire geschiedenis van de wijziging van art. 15 lid 3 Sr niet kan worden afgeleid dat de wetgever een specifieke overgangsregeling heeft beoogd die door een kennelijke omissie niet in de wet is opgenomen, heeft  deze wetswijziging onmiddellijke werking. Er is geen sprake van een wijziging van de wet ten aanzien van de strafbaarstelling of van het op grond van een nieuwe wet opleggen van een andere straf dan wettelijk was bedreigd ten tijde van het plegen van het feit. (meer…)

HR 8 maart 2013, LJN BY7925 en LJN BZ3590

In deze beide Bopz-zaken houden de beschikkingen van de rechtbank geen stand omdat de motivering van de toewijzing van een verzoek om respectievelijk een machtiging tot voortgezet verblijf en een voorlopige machtiging tekortschiet. De Hoge Raad wijst op eerdere uitspraken over de motiveringseisen bij de afwijzing van een verzoek om een second opinion en de vaststelling dat de betrokkene niet wenst te worden gehoord. (meer…)

HR 8 februari 2013, LJN BY7928

Aan de hand van de aantekeningen als bedoeld in art. 37a Wet Bopz moet de ontwikkeling kunnen worden beoordeeld die de betrokkene in de desbetreffende periode heeft doorgemaakt. (meer…)

HR 1 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ0285

De Wet Bopz verzet zich niet ertegen dat indien een verzoek om een voorlopige machtiging is ingediend voordat is beslist over de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, terstond wordt beslist op het verzoek om een voorlopige machtiging. Ook indien beide verzoeken gelijktijdig worden gedaan, staat het de rechter vrij eerst het verzoek met de verste strekking te behandelen. (meer…)

HR 11 januari 2013, LJN BX9830

De rechter kan oordelen dat er geen vermogensschade is geleden, als een vergelijking van de oude met de nieuwe toestand aan het licht brengt dat de nieuwe toestand voor de partij die schadevergoeding verlangt geen achteruitgang inhoudt ten opzichte van de oude, en die partij er geen rechtens te respecteren belang bij heeft dat de oude toestand wordt hersteld. De schade dient in beginsel te worden begroot naar het moment waarop zij wordt geleden, maar gebeurtenissen van later datum kunnen meebrengen dat van de getroffene in redelijkheid kan worden verlangd dat hij zijn aanspraak beperkt. (meer…)

Cassatieblog.nl