Selecteer een pagina

Alle berichten van: Mette van Asperen


HR 18 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU4900  (AVR/Gemeente Westland c.s.)

Het door de gemeente aan overheidsbedrijf HVC gegeven recht tot verwerking van huishoudelijk afval is een uitsluitend recht om binnen een bepaald geografisch gebied een dienst te verrichten of een activiteit uit te oefenen, ook al vindt de verwerking van het afval zelf buiten de gemeentegrenzen plaats. Omdat voldaan is aan de Europeesrechtelijke eisen voor een uitzondering op de aanbestedingsplicht en de zogenaamde Teckal-doctrine van toepassing is, behoefde verder niet aan EU-recht te worden getoetst. Van verboden staatssteun is geen sprake. (meer…)

HR 11 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7201 en ECLI:NL:HR:2011:BT7203

Als is gedagvaard tegen een dag waarop de rechter geen zitting houdt, brengt een redelijke wetstoepassing (van art. 125 lid 4 Rv) mee dat herstel ook mogelijk is door een herstelexploot dat niet na, maar voor de oorspronkelijk aangezegde, maar onmogelijke verschijndag wordt uitgebracht.  (meer…)

HR 14 oktober 2011, LJN ECLI:NL:HR:2011:BT7590

Het cassatieberoep tegen de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding op grond van art. 35 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) is niet-ontvankelijk, omdat tegen een afwijzende beslissing van de rechtbank hoger beroep openstaat. Betrokkene kan alsnog hoger beroep instellen (art. 340 Rv). De termijn daarvoor begint te lopen op de dag na de uitspraak van de Hoge Raad. (meer…)

HR 23 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8092 (Mr. Dekker q.q./X)

Ook een vordering op de boedel waarover ten tijde van de faillietverklaring al een procedure aanhangig is, moet ter verificatie worden aangemeld. Het aanhangige geding wordt dan geschorst, en wordt alleen voortgezet wanneer de curator of een andere schuldeiser de vordering betwist. In dat geval wordt de al aanhangige procedure voortgezet tussen de betrokken schuldeiser en degene die de betwisting doet. (meer…)

HR 9 september 2011, LJN BR1653 en LJN BR1654

Het hof was op internet zelf op zoek gegaan naar feitelijke gegevens, die niet in het procesdossier voorkwamen. Door die gegevens ten nadele van de verzoekende partij aan zijn beslissing ten grondslag te leggen, zonder dat deze partij de gelegenheid heeft gekregen van die gegevens kennis te nemen en daarop desgewenst te reageren, heeft het hof gehandeld in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor. (meer…)

Cassatieblog.nl