Alle berichten van: Sikke Kingma


HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0890 (Cassatie in het belang der wet)

De gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling (zoals het in de boedel vallen van verkregen goederen) eindigen direct na afloop van de termijn die voor de betrokken schuldsanering geldt (drie of ten hoogste vijf jaar). De schone lei treedt wel pas in werking nadat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden. (meer…)

HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6552 (Rabobank/Kézér q.q.)

De verpanding van het creditsaldo van een rekening treft niet de nadien op die rekening ten gevolge van betalingen door derden gecrediteerde bedragen, aangezien die vorderingen niet rechtstreeks worden verkregen uit de rekening-courantverhouding tussen de bank en de pandgever. (meer…)

HR 10 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5603ECLI:NL:HR:2012:BU7255, ECLI:NL:HR:2012:BU7353, ECLI:NL:HR:2012:BU7359,  ECLI:NL:HR:2012:BU9900 en ECLI:NL:HR:2012:BV3556

Als de rechter constateert dat het door een procespartij verschuldigde griffierecht niet tijdig is voldaan, behoort hij niet zonder meer toepassing te geven aan de wettelijke sanctie daarop, maar eerst aan die procespartij gelegenheid te geven om zich uit te laten met betrekking tot het geconstateerde verzuim, zodat die partij een eventueel misverstand kan ophelderen of, als zij daarvoor aanleiding ziet, een beroep kan doen op de hardheidsclausule. (meer…)

HR 3 februari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BT6947 (Dix q.q./ING Bank)

Vorderingen kunnen rechtsgeldig worden verpand met een verzamelpandakte, waarbij de bank optreedt als gevolmachtigde van de – slechts generiek omschreven – pandgevers. Dat de namen van de pandgevers in de verzamelpandakte niet zijn vermeld, maakt de vorderingen niet onvoldoende bepaald in de zin van art. 3:84 lid 2 BW. Wel moet de datering van de stampandakte en het volmachtbeding vaststaan. (meer…)

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU8513 (Weef c.s./Banque Artesia) en ECLI:NL:HR:2012:BU7254 (V./Verster q.q.)

Bij de beoordeling van een door de wederpartij gemaakt bezwaar tegen een verzoek om pleidooi, of van wat de eisen van een goede procesorde verlangen, kan van belang zijn of de procedure bij toewijzing van dat verzoek onredelijk wordt vertraagd. De rechter dient daartoe de procedure in haar geheel te bezien. In dat verband is onder meer van belang of partijen, in eerste instantie dan wel in hoger beroep, hun standpunten al mondeling hebben uiteengezet. Als de partij die pleidooi in appèl verzoekt dat noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep heeft gedaan, moet het pleidooiverzoek in beginsel zonder meer worden toegewezen en dient de motivering van een afwijzing van het verzoek aan nog hogere eisen te voldoen dan zonder deze bijzonderheid het geval zou zijn. (meer…)

Cassatieblog.nl