Alle berichten met de tag: Fw art. 349a


Hoge Raad 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913

In dit arrest beantwoordt de Hoge Raad prejudiciële vragen over het aanvangsmoment van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit de WSNP. De Hoge Raad oordeelt dat in art. 349a lid 1 Fw met ‘de eerste aflossing’ wordt bedoeld de eerste aflossing tijdens het minnelijke traject van schuldhulpverlening. De Hoge Raad oordeelt verder dat de inspanningsplicht die gedurende het minnelijke traject op de schuldenaar rust niet gelijk is aan, maar wel vergelijkbaar is met de inspanningsplicht die geldt gedurende de wettelijke schuldsaneringsregeling. Jellis Jansen bespreekt het arrest.

Cassatievlog #118 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

HR 9 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:316

De mogelijkheid uit art. 349a lid 2 en 3 Fw om de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen is er voor gevallen waarin na ommekomst van de reguliere termijn geen schone lei kan worden verleend, maar de verwachting gerechtvaardigd is dat dit op termijn wel mogelijk zal zijn. Als de reguliere termijn al verstreken is en de rechtbank beslist dat de looptijd van de regeling wordt verlengd omdat – hoewel er sprake is van een toerekenbare tekortkoming jegens de belastingdienst – verzoekster mogelijk succesvol zal zijn in haar strijd tegen het terugvorderingsbesluit, is sprake van een appellabele beslissing op de voet van art. 349a lid 3 Fw. (meer…)

HR 31 maart 2017 ECLI:NL:HR:2017:572

Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt ingevolge art. 288 lid 2 aanhef en onder d FW afgewezen indien minder dan tien jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend ten aanzien van de schuldenaar de schuldsaneringsregeling van toepassing is geweest [tenzij]. (meer…)

HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2935 

Beantwoording van twee prejudiciële vragen. 1. De beslissing om op de voet van art. 349a lid 2 en 3 Fw de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen, kan worden genomen na het moment waarop de in art. 349a lid 1 Fw bedoelde termijn van de schuldsaneringsregeling afloopt. 2. De verplichtingen die op grond van de tweede afdeling van titel III Fw voor de schuldenaar voortvloeien uit de toepassing van de schuldsaneringsregeling, gelden niet in de periode die is geleden tussen het moment waarop de termijn van art. 349 lid 1 Fw afloopt en het moment waarop onherroepelijk is beslist omtrent de verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling.  (meer…)

Cassatieblog.nl