Dossier: Arbeidsrecht


HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:894

De rechter in kort geding kan een concurrentiebeding schorsen indien in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Bij deze belangenafweging speelt geen rol het belang van de werkgever om een werknemer nog een zekere tijd in dienst te houden, ook niet indien de werkgever tijd nodig heeft om in een krappe arbeidsmarkt vervangend personeel te vinden. (meer…)

Cassatieblog HR 3 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:823 (UWV / curator)

Wanneer een werknemer na faillietverklaring van zijn werkgever bij een (gedeeltelijke) doorstart van de onderneming tegen gelijke arbeidsvoorwaarden in dienst treedt bij de doorstarter, mag de curator daaruit afleiden dat de werknemer niet langer bereid is arbeid te verrichten bij de gefailleerde werkgever. De werknemer heeft vanaf het moment van indiensttreding bij de doorstarter geen recht op loon van de gefailleerde. (meer…)

Hoge Raad 3 juni 2022 (het UWV / de curator), ECLI:NL:HR:2022:823

Per 1 januari 2020 zijn de wettelijke bepalingen gewijzigd die regelen of een werknemer recht heeft op loon wanneer hij zijn werk niet heeft verricht. Met deze wijziging heeft de wetgever geen inhoudelijke verandering van de risicoverdeling tussen werkgever en werknemer beoogd. Ook niet van de rechtspraak van de Hoge Raad daarover – de ‘oude’ cassatierechtspraak blijft dus gelden. Een en ander heeft de Hoge Raad beslist in zijn uitspraak van 3 juni 2022. Berend-Bram bespreekt deze uitspraak in 3 minuten.

Cassatievlog #021 is ook als podcast beschikbaar.

HR 11 maart 2022 ECLI:NL:HR:2022:345  

Berend-Bram Heinen licht in 3 minuten een arrest van de Hoge Raad toe. In deze zaak wilde een Nederlandse werkgever een werknemer die in het buitenland woont ontslaan. Is de Nederlandse rechter bevoegd om over het ontbindingsverzoek te oordelen? De Hoge Raad heeft op 11 maart 2022 een uitspraak gewezen over deze kwestie.

Cassatievlog #012 is ook als podcast beschikbaar.

HR 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:276

Het opzegverbod tijdens ziekte staat er niet aan in de weg dat de kantonrechter een verzoek van de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen inwilligt, indien de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, en deze arbeidsongeschiktheid een aanvang heeft genomen nadat het UWV om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst is verzocht maar voordat het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen. (meer…)

Cassatieblog.nl