Dossier: Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud)


HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2747

Wordt een last tot inbewaringstelling (art. 20 Wet Bopz) gegeven zonder voorafgaand onderzoek door een psychiater, en vindt een dergelijk onderzoek evenmin plaats “immediately after the arrest”, dan is het gerechtvaardigd om, voor de toepassing van art. 28 lid 1 Wet Bopz (verzoek tot schadevergoeding wegens onrechtmatige last), de gevolgen van het optreden van de burgemeester jegens de betrokkene toe te rekenen aan de gemeente. (meer…)

HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1846

Vrijheidsbeneming op grond van een beslissing van de strafrechter, zoals een ISD-maatregel, sluit niet in alle gevallen een onvrijwillige opname in een psychiatrisch ziekenhuis met toepassing van de Wet Bopz uit. (meer…)

Het overzicht van lopende prejudiciële vraag-procedures vermeldt vier nieuwe zaken. De vragen zien op (1) de reikwijdte van art. 431a Rv, (2) de positie van de curator in een verzetprocedure ex art. 10 Fw, (3) de positie van de burgemeester in BOPZ-zaken, (4) de per 1 januari 2015 ingevoerde alleenstaande ouderkop. (meer…)

HR 10 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:926

Indien termijnoverschrijding bij een rechterlijke beslissing tot het verlenen van een machtiging op grond van de Wet Bopz vaststaat, is aannemelijk dat de betrokkene door die overschrijding nadeel, dat op geld behoort te worden gewaardeerd, heeft geleden.  (meer…)

HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:842

Ook indien de officier van justitie een verzoek om een voorlopige machtiging heeft ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van de voortgezette inbewaringstelling kan de rechtbank de machtiging in beginsel verlenen. Het door de wettelijke termijnen beschermde belang van betrokkene staat echter eraan in de weg dat de machtiging wordt verleend voor een langere duur dan zes maanden, gerekend vanaf de datum waarop de voorafgaande machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verstreek. (meer…)

ziekenhuisgangHR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:528

Ten aanzien van een verzoek om een nader, deskundig medisch-psychiatrisch onderzoek kunnen geen hoge eisen worden gesteld aan de stelplicht van betrokkene. Voldoende is dat duidelijk is waarom de conclusies van de geneeskundige verklaring in twijfel worden getrokken en waarop het verzochte onderzoek zich volgens betrokkene zou moeten richten.  (meer…)

Cassatieblog.nl