HR 7 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:BZ9327
Gelet op de ingrijpende werking van de beslissing tot vrijheidsbeneming mag een ter zitting gedaan verzoek om een nader onderzoek door een onafhankelijke arts slechts gemotiveerd worden afgewezen. (meer…)
Dossier: Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud)
HR 7 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:BZ9327
Gelet op de ingrijpende werking van de beslissing tot vrijheidsbeneming mag een ter zitting gedaan verzoek om een nader onderzoek door een onafhankelijke arts slechts gemotiveerd worden afgewezen. (meer…)
HR 12 april 2013, LJN BZ1477
Geen rechtsregel brengt mee dat een stoornis van de geestvermogens in de zin van art. 1 lid 1, aanhef en onder d, van de Wet Bopz slechts kan worden aangenomen indien die is omschreven in de DSM IV. (meer…)
HR 8 maart 2013, LJN BY7925 en LJN BZ3590
In deze beide Bopz-zaken houden de beschikkingen van de rechtbank geen stand omdat de motivering van de toewijzing van een verzoek om respectievelijk een machtiging tot voortgezet verblijf en een voorlopige machtiging tekortschiet. De Hoge Raad wijst op eerdere uitspraken over de motiveringseisen bij de afwijzing van een verzoek om een second opinion en de vaststelling dat de betrokkene niet wenst te worden gehoord. (meer…)
HR 8 februari 2013, LJN BY7928
Aan de hand van de aantekeningen als bedoeld in art. 37a Wet Bopz moet de ontwikkeling kunnen worden beoordeeld die de betrokkene in de desbetreffende periode heeft doorgemaakt. (meer…)
HR 1 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ0285
De Wet Bopz verzet zich niet ertegen dat indien een verzoek om een voorlopige machtiging is ingediend voordat is beslist over de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, terstond wordt beslist op het verzoek om een voorlopige machtiging. Ook indien beide verzoeken gelijktijdig worden gedaan, staat het de rechter vrij eerst het verzoek met de verste strekking te behandelen. (meer…)
HR 2 november 2012, LJN BY2000
Toepassing van het kamerprogramma brengt geen insluiting met zich, nu de kamer waarin betrokkene verblijft niet wordt afgesloten. Er is geen sprake van afzondering of separatie en evenmin van een middel of maatregel als bedoeld in art. 39 Wet Bopz. Nu de rechtbank de toepassing van een kamerprogramma heeft aangemerkt als een dwangbehandeling in de zin van art. 38b en 38c van de wet, diende betrokkene over deze toepassing en over de gronden daarvoor, wel tevoren schriftelijk te worden ingelicht. (meer…)