

Cassatievlog #122 | Ontzenuwen onvoldoende bij bewijsvermoeden klokkenluiders
Hoge Raad 7 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:190
Bij benadeling van een klokkenluider wordt vermoed dat die benadeling het gevolg is van de klokkenluidersmelding. Hoe moet dit vermoeden weerlegd worden? Hoeft het vermoeden ‘slechts’ ontzenuwd te worden, of moet het tegendeel aangetoond worden? Giel Wind bespreekt de eerste uitspraak die de Hoge Raad doet over de Wet bescherming klokkenluiders.
Cassatievlog #122 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

Universiteit mocht extra opleidingskosten niet in rekening brengen aan studenten
HR 31 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:165 (eisers/Erasmus Universiteit Rotterdam)
De Erasmus Universiteit Rotterdam (hierna: EUR) had de oud-studenten moeten mededelen dat het bij de tweejarige parttimemaster bedrijfskunde (hierna: master) om een bekostigde studie ging, dat het op grond van de Wet op het Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) niet was toegestaan om bedragen boven het reguliere collegegeld in rekening te brengen en dat er goedkopere alternatieven waren. De WHW laat slechts in specifieke gevallen toe dat instellingen voor een bekostigde opleiding extra kosten aan studenten in rekening brengen naast de in art. 7.43-7.49 WHW bedoelde bedragen. De Inspectie heeft in haar rapport geconcludeerd dat de kosten die de EUR voor de master aan de oud-studenten in rekening heeft gebracht in strijd zijn met art. 7.34 en 7.50 lid 1 WHW. In het licht hiervan is het oordeel van het hof dat er geen grondslag is voor de toewijzing van een verklaring voor recht dat de EUR jegens de oud-studenten onrechtmatig heeft gehandeld onbegrijpelijk. Lees meer…

Uittreedvoorwaarde van coöperatie moet een statutaire grondslag hebben
HR 10 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:56 (Kubus/administratiekantoor)
Een uittreedvoorwaarde als bedoeld in art. 2:60 BW moet een statutaire grondslag hebben. Een zodanige uittreedvoorwaarde kan zonder statutaire grondslag niet geldig worden overeengekomen. Lees meer…

Het benadelingsverbod bij klokkenluiders en de weerlegging van het bewijsvermoeden
HR 7 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:190
Dit is de eerste zaak waarin de Hoge Raad zich uitlaat over de Wet bescherming klokkenluiders. Centraal staat de regeling van het benadelingsverbod. Deze regeling bevat een bewijsvermoeden ten gunste van de werknemer (melder), dat kort gezegd inhoudt dat bij benadeling van een werknemer wordt vermoed dat de benadeling verband houdt met een door deze gedane klokkenluidersmelding. Het is aan de werkgever om dat vermoeden te weerleggen. Kan de werkgever volstaan met het ontzenuwen van het vermoeden? Lees meer…

Kosteloze tolkenbijstand in civielrechtelijk kort geding over uitlevering?
HR 31 januari 2025 ECLI:NL:HR:2025:166
Bestaat recht op kosteloze tolkenbijstand voor een uit te leveren persoon in een civielrechtelijk kort geding gericht tegen de uitlevering? Lees meer…

Cassatievlog #121 | Uitleg en kwalificatie van vaststellingsovereenkomsten voor gebruik sociale huurwoning
Hoge Raad 31 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:167
In deze zaak is aan de orde hoe twee vaststellingsovereenkomsten ten aanzien van een sociale huurwoning moeten worden gekwalificeerd die de kinderen na het overlijden van hun moeder nog enige tijd gaven om naar andere woonruimte te zoeken tegen betaling van een gebruiksvergoeding voor het voortgezette gebruik. De Hoge Raad gaat in op de uitlegmaatstaf en kwalificatie van deze overeenkomsten en beslist dat geen recht bestaat op voortzetting van de huur. Martijn Scheltema bespreekt de uitspraak in drie minuten.
Cassatievlog #121 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

Uitleg bonusregeling en schending informatieplicht van artikel 7:655 BW
HR 13 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1871
Heeft de werkgever zijn informatieplicht van artikel 7:655 BW geschonden, dan brengt dat niet zonder meer mee dat een bepaling in de arbeidsovereenkomst waarop deze informatieplicht ziet, moet worden uitgelegd in de door de werknemer bepleite zin. Welke uitleg de juiste is, moet aan de hand van de Haviltex-maatstaf worden beoordeeld, waarbij de stelplicht en bewijslast op de werknemer rusten die zich op het rechtsgevolg van die bepaling beroept. Een schending van de informatieplicht is wel een van de bij de uitleg in aanmerking te nemen omstandigheden. Lees meer…

Wanneer volstaat indiening van één UEA bij een vof?
HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1914
Uit de rechtspraak van het HvJEU volgt niet dat een vennootschap onder firma (vof) alleen mag volstaan met een Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) als zij de voor de uitvoering van de opdracht benodigde middelen in eigendom heeft. Voldoende is dat een vof de volledige zeggenschap heeft over de middelen voor de uitvoering van de opdracht en (dus) geen beroep hoeft te doen op middelen van de andere vennoten, en daarmee op hun draagkracht. Lees meer…

Cassatievlog #120 | Regels over rechterswissel gelden ook voor raden (niet-rechters)
Hoge Raad 24 januari 2025, ECLI :NL:HR:2025:114
Hoe zat het ook alweer met de regels bij een rechterswissel na een mondelinge behandeling? En gelden die regels ook voor raden (niet-rechters) bij de Ondernemingskamer? Maartje Möhring bespreekt in een vlog van drie minuten een recente uitspraak van de Hoge Raad met de antwoorden op deze vragen.
Cassatievlog #120 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

Wraking in het tuchtrecht
HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:87
Het gaat in deze cassatie in het belang der wet om een wrakingsbeslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. De Hoge Raad overweegt onder meer dat het vermoeden van rechterlijke onpartijdigheid ook geldt voor een lid-beroepsgenoot van een tuchtcollege voor de gezondheidszorg. Verder somt de Hoge Raad acht omstandigheden op die van belang kunnen zijn bij de vraag of sprake is van objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid. Lees meer…