Alle berichten met de tag: cassatie in belang der wet


HR 4 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:511

Cassatie in belang der wet. De kantonrechter is bevoegd om te oordelen over een aanspraak op de voet van  art. 4:29 en 4:30 BW, tot veroordeling van erfgenamen (of overige rechthebbenden) tot het verlenen van medewerking aan de vestiging van een vruchtgebruik op de woning en de inboedel respectievelijk op andere goederen van de nalatenschap ten behoeve van de echtgenoot van de erflater. Het gaat om een verzoekschriftprocedure. (meer…)

Hoge Raad 22 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1724

De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan op een vordering in het belang der wet over de vraag of de kantonrechter meervoudig kan beslissen. Het antwoord op die vraag luidt ontkennend. De wet staat verwijzing van kantonzaken naar de meervoudige kamer alleen toe als sprake is van samenhang met niet-kantonvorderingen en bij pachtzaken. Het is aan de wetgever om te beslissen of ook in andere gevallen meervoudige behandeling van kantonzaken mogelijk moet worden. Vooralsnog moeten kantonrechters dus enkelvoudig blijven beslissen. Jerre de Jong bespreekt de uitspraak.

Cassatievlog #115 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister de podcast hier of via uw favoriete podcastkanaal.

HR 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1670 (cassatie in belang der wet)

Het geven van advies over de vraag of een geneeskundige behandeling volgens de regels van de geneeskunst is verlopen, enkel op basis van het dossier en zonder daarbij de patiënt zelf te onderzoeken, is geen handeling op het gebied van de geneeskunst zoals bedoeld in art. 7:446 lid 1 BW. Evenmin valt dat onder handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand van een persoon of medische begeleiding van een persoon zoals bedoeld in art. 7:446 lid 4 BW. Een patiënt heeft daarom geen recht op inzage in dat advies op grond van art. 7:456 BW en 7:464 BW. (meer…)

HR 15 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1216 (cassatie in belang der wet)

(i) De AVG biedt ruimte voor een herhaald verzoek op grond van art. 15 t/m 22 AVG. Zo’n herhaald verzoek is niet al kennelijk ongegrond of buitensporig wanneer daar geen nieuwe feiten of omstandigheden aan ten grondslag zijn gelegd.
(ii) Een betrokkene die daarbij spoedeisend belang heeft kan vóór of tijdens de verzoekschriftprocedure van art. 35 UAVG een voorlopige voorziening vragen, ook bij een herhaald verzoek. Voor de onderbouwing van de spoedeisendheid gelden dan geen andere of hogere eisen dan normaal in kort geding.

(meer…)

Cassatieblog.nl