Selecteer een pagina

Alle berichten van: Sikke Kingma


HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17 (Afzinkkelder)

(1) Van een inbreuk op een recht als bedoeld in art. 6:162 lid 2 BW is niet al sprake op grond van de enkele omstandigheid dat een gedraging letsel of zaaksbeschadiging als voorzienbaar gevolg heeft; een zodanige gedraging is in het algemeen alleen onrechtmatig als zij in strijd is met een norm van geschreven of ongeschreven recht die ertoe strekt letsel of zaaksbeschadiging te voorkomen.
(2) Ook wanneer een bouwer bij de voorbereiding en uitvoering van de bouwwerkzaamheden voldoende maatregelen heeft getroffen ter voorkoming van schade aan zaken van derden en de werkzaamheden op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd, kan hij uit onrechtmatige daad aansprakelijk zijn voor de schade die derden door de bouwwerkzaamheden hebben geleden.

(meer…)

HR 23 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1513 (Menzis/AstraZeneca)

De omstandigheid dat een partij niet onrechtmatig heeft gehandeld, brengt niet zonder meer mee dat de verrijking als gevolg van dat handelen gerechtvaardigd is. Handhaving van een later vernietigd octrooi brengt echter nog niet zonder meer mee dat de daardoor opgetreden verrijking van de octrooihouder ongerechtvaardigd is. (meer…)

HR 13 oktober 2023, ECLI:NL:HR:2023:1429

Soms komen zaken meer dan één keer bij de Hoge Raad. Zoals deze zaak, over de begroting van dwalingsnadeel bij een aandelenoverdracht. De koper had gedwaald over de omvang van het klantenbestand: de verkopers hadden niet gemeld dat een deel van de klanten had opgezegd. Voor de tweede keer heeft de Hoge Raad in deze procedure de vaststelling van het dwalingsnadeel vernietigd.

(meer…)

HR 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1163

Een vrouw met de Nederlandse nationaliteit die ten tijde van het aangaan van het huwelijk met een buitenlandse man zelf al de nationaliteit bezat van haar buitenlandse echtgenoot, verloor niet ingevolgde art. 5 WNI (zoals dat gold tot 1 maart 1964) haar Nederlandse nationaliteit.

(meer…)

HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:784 (K./V.)

De Hoge Raad komt terug van het arrest F./KSN.

Voor zover tegen een uitspraak geen rechtsmiddel wordt ingesteld, gaat die uitspraak in kracht van gewijsde. Als (het niet bestreden deel van) de uitspraak berust op een beslissing over de rechtsbetrekking in geschil, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van (dat deel van) de uitspraak gezag van gewijsde. Dit brengt mee dat de partij die nadeel ondervindt van die beslissing, voldoende belang kan hebben bij een rechtsmiddel tegen de uitspraak, ook al vindt zij daartoe in de uitkomst van het geding in eerdere aanleg geen aanleiding. Ziet de betrokken partij daarvan af, maar stelt de andere partij wel een rechtsmiddel tegen de uitspraak in, dan kan het gezag van gewijsde van de beslissing over de rechtsbetrekking in geschil worden ingeroepen voor zover die beslissing bij de beoordeling van het rechtsmiddel van belang is. Wordt op het gezag van gewijsde geen beroep gedaan, en komt de rechter tot een ander oordeel over de rechtsbetrekking in geschil, dan kan dat leiden tot tegenstrijdige beslissingen over die rechtsbetrekking. Die mogelijkheid is evenwel inherent aan een stelsel waarin het uitgangspunt is dat partijen bepalen welke geschilpunten zij aan de rechter voorleggen en tegen welke uitspraak (of deel daarvan) zij een rechtsmiddel aanwenden, en waarin het gezag van gewijsde niet ambtshalve wordt toegepast (art. 236 lid 3 Rv). De Hoge Raad ziet daarin geen aanleiding meer om aan de geïntimeerde/verweerder op die grond de devolutieve werking van het hoger beroep te ontzeggen.

(meer…)

Cassatieblog.nl