Nadere uitwerking limitatieve matigingsgronden van art. 2:248 lid 4 BW
HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:635
Art. 2:248 lid 4 BW bevat een limitatieve opsomming van de gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn. Matiging is niet slechts mogelijk als het boedeltekort groter is dan de schade die door het onbehoorlijk bestuur is veroorzaakt, ook niet als hoofdregel. Als bestuurders geen persoonlijk voordeel hebben genoten door hun onbehoorlijke taakvervulling, kan dat in aanmerking worden genomen bij de beoordeling of de aard en ernst van de onbehoorlijke taakvervulling aanleiding tot matiging geeft. Omgekeerd ligt het voor de hand dat de rechter minder reden voor matiging ziet als de bestuurder van zijn onverantwoordelijk gedrag heeft geprofiteerd. (meer…)
Cassatievlog #056 | Informatie aan derden over aanhangige civiele procedures
Hoge Raad 21 april 2023, (cassatie in belang der wet)
ECLI:NL:HR:2023:658
In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een uitspraak van de Hoge Raad over openbaarheid van rechtspraak. Moeten gerechten informatie over civiele procedures verstrekken aan anderen dan partijen? En zo ja, om welke informatie gaat het dan?
Cassatievlog #056 is ook als podcast beschikbaar.
Over de grenzen aan vergoeding van zorgkosten bij een restitutiepolis
HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:664
Bij een restitutiepolis wordt de rekening van de zorgaanbieder in beginsel volledig vergoed. In mindering worden gebracht de kosten die hoger zijn dan in de Nederlandse marktomstandigheden in redelijkheid passend is. In dit arrest spreekt de Hoge Raad zich uit over de vraag hoe zorgverzekeraars kunnen aantonen dat van dergelijke kosten sprake is. (meer…)
Kennis en inzicht van de benadeelde in verjaringskwesties
HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:653
De rechter hoeft in het kader van een beroep op verjaring niet steeds na te gaan of de benadeelde beschikt over de kennis of het inzicht om te beoordelen of de geleverde prestatie deugdelijk is. De rechter is slechts tot een dergelijke beoordeling gehouden, wanneer de omstandigheden van het geval en hetgeen partijen op dit punt hebben aangevoerd daartoe aanleiding geven. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)