Selecteer een pagina

Alle berichten van: Annike Dwars


HR 9 november 2012, LJN BX0737

In deze procedure over de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat wegens het nalaten een verweer te voeren in een eerdere procedure dienen andere eisen te worden gesteld dan de eisen die daarvoor zouden hebben gegolden in die eerdere procedure. Bij de waardering van het bewijs zal immers ook rekening moeten worden gehouden met de verschillen tussen beide procedures, waaronder het verschil in bewijsrisico en eventuele verschillen in bewijsmogelijkheden. Eiser dient aannemelijk te maken dat zijn verweer in de eerdere procedure zou zijn gehonoreerd. (meer…)

HR 2 november 2012, LJN BX5798

Een biologische vader dient bijkomende omstandigheden te stellen en aannemelijk te maken waaruit kan worden afgeleid dat de nauwe persoonlijke betrekking tussen hem en het kind bestaat die op grond van art. 1:377a lid 1 BW is vereist voor de ontvankelijkheid van zijn verzoek tot omgang met het kind. Die bijkomende omstandigheden moeten gelegen zijn in hetzij de aard van zijn relatie met de moeder en in zijn betrokkenheid bij het kind voor en na de geboorte (in welk geval die omstandigheden moeten wijzen op voorgenomen gezinsleven), hetzij de band die na de geboorte tussen hem als vader en het kind is ontstaan. (meer…)

HR 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5801

In het geval waarin op grond van subjectieve cumulatie, voeging of rolvoeging bij één vonnis, arrest of beschikking in alle zaken tegelijk uitspraak is gedaan, mag bij één dagvaarding of verzoekschrift een rechtsmiddel wordt aangewend. (meer…)

HR 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6698 (X/BASF Nederland B.V.)

Een geparafeerd geschrift kan gelden als een akte in de zin van art. 156 lid 1 Rv als de paraaf de desbetreffende persoon in voldoende mate individualiseert. De omstandigheid dat de persoon die de paraaf of handtekening plaatst de taal waarin het geschrift is opgesteld niet machtig is, staat daaraan niet in de weg. (meer…)

HR 28 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7473

Art. 1.1.7 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven bepaalt dat bij stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, een beëdigde vertaling in de Nederlandse taal moet worden gevoegd, tenzij het eenvoudig leesbare stukken betreft, zoals de huwelijksakte en geboorteakte, gesteld in de Engelse, Franse of Duitse taal. In het oordeel van het hof dat het niet mogelijk is om op verantwoorde wijze kennis te nemen van de inhoud van in de Franse taal opgestelde jaarstukken, ligt besloten dat die stukken niet eenvoudig leesbaar zijn.  (meer…)

Cassatieblog.nl