Alle berichten van: Berend-Bram Heinen


HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:537

De minister kan bepalingen van een cao die gelden voor een, naar zijn oordeel belangrijke, meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen algemeen verbindend verklaren. De Hoge Raad overweegt dat de minister een ruime mate van beleids- en beoordelingsvrijheid toekomt bij de beantwoording van de vraag welke bronnen aan de gegevensverstrekking voor de vaststelling van de representativiteit ten grondslag gelegd mogen worden. (meer…)

HR 19 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:413

Kan toewijzing van een vordering van een werknemersorganisatie (zoals FNV) jegens een werknemer tot nakoming van cao-verplichtingen alleen betrekking hebben op werknemers die daarop aanspraak kunnen en willen maken? De Hoge Raad beantwoordt deze vraag in dit arrest. (meer…)

HR 5 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:188

(i) De termijn waarbinnen het verzoekschrift tot toekenning van een transitievergoeding moet worden ingediend, begint op de eerste dag na de laatste werkdag en loopt af aan het einde van de met die laatste werkdag overeenstemmende dag drie maanden later.
(ii) Voor toepassing van art. 7:673b lid 1 (oud) BW is niet vereist dat een (aan de transitievergoeding gelijkwaardige) voorziening is getroffen voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, noch dat deze pas na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt verstrekt of haar werking heeft. Voorts is de wijze waarop de werkgever de voorziening financiert, niet van belang.  (meer…)

HR 29 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:149

(i) De vraag of een accountant bij de uitoefening van een niet-wettelijke taak jegens een derde heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot betaamt, dient te worden beantwoord aan de hand van de omstandigheden van het geval.
(ii) Indien de accountant, gezien het belang dat een derde aan zijn rapportage zal hechten, ermee rekening moet houden dat die derde zijn gedrag mede door de inhoud van die rapportage laat bepalen, kan het nalaten maatregelen te treffen om te voorkomen dat die derde aan die rapportage ten onrechte of onjuiste betekenis toekent, in strijd zijn met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. (meer…)

HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2099

Het gezag van gewijsde kan niet eraan in de weg staan dat in een ander geding dezelfde of een soortgelijke vordering wordt ingesteld op basis van een andere grondslag, waarover de rechter zich nog niet heeft uitgelaten. Dit geldt ongeacht of deze andere grondslag ook reeds in de eerdere procedure aangevoerd had kunnen worden.

(meer…)

Cassatieblog.nl