Alle berichten van: Femke Ruitenbeek-Bart


Conclusie P-G 3 oktober 2014, ECLI:NL:PHR:2014:1801 (Staat/Essent), ECLI:NL:PHR:2014:1802 (Staat/Eneco), ECLI:NL:PHR:2014:1803 (Staat/Delta)

A-G Keus heeft geconcludeerd tot vernietiging van de arresten in de splitsingszaken. Volgens de A-G kunnen de energiebedrijven zich niet beroepen op het recht op vrij kapitaalverkeer (art. 63 VWEU), omdat zij geen buitenlandse investeerder of netbeheerder zijn. Na cassatie en verwijzing zal de rechter nog wel het beroep van Eneco en Delta op art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM moeten beoordelen. (meer…)

HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2900 (Leo Pharmaceutical Products / Sandoz)

Om te kunnen aannemen dat een uitvinding inventief is, is in zijn algemeenheid niet van belang of het objectieve technische probleem waarvoor de uitvinding een oplossing of verbetering biedt, door de gemiddelde vakman zou zijn onderkend. Bepalend is of de uitvinding voor de gemiddelde vakman op een niet voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek. (meer…)

Conclusie P-G 10 oktober 2014, ECLI:NL:PHR:2014:1825 (Minister van Financiën / Vereniging VEB NCVB, Stichting Beheer SNS Reaal e.a.)

A-G Timmerman concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Ondernemingskamer in de SNS-zaak. Volgens de A-G kan niet op voorhand worden uitgesloten dat de schadeloosstelling op nihil moet worden vastgesteld. Verder zijn de door de Ondernemingskamer geformuleerde maatstaven op grond waarvan de hoogte van de schadeloosstelling moet worden vastgesteld op diverse onderdelen niet in overeenstemming met de in art. 6:8 ev. Wet op het financieel toezicht (Wft) neergelegde maatstaven. (meer…)

HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2901 (Y/DAS Rechtsbijstand)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over het recht op vrije advocaatkeuze bij een ontslagprocedure ex art. 6 BBA. De vraag wordt gesteld in het kader van een (eveneens) prejudiciële procedure bij de Hoge Raad, waarbij aan de Hoge Raad de vraag werd voorgelegd of de art. 6 BBA-ontslagprocedure kwalificeert als “gerechtelijke of administratieve procedure” als bedoeld in art. 4:67 Wft en art. 4 lid 1 sub a richtlijn 87/344/EG. (meer…)

HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2739

Na cassatie en verwijzing is de verwijzingsrechter gebonden aan beslissingen die in cassatie niet of tevergeefs zijn aangevochten. Dit lijdt uitzondering voor beslissingen die voortbouwen op of onverbrekelijk samenhangen met een beslissing waarover in cassatie met succes is geklaagd. De onderhavige beslissing omtrent de proceskostenveroordeling in eerste aanleg valt niet onder deze uitzondering en dus was het verwijzingshof gebonden aan die eerdere beslissing. (meer…)

Cassatieblog.nl