Alle berichten van: Floor Veldhuis


HR 23 november 2018 ECLI:NL:HR:2018:2165

(i) De rechter dient bij de vaststelling van het gewoonlijke werkland “met name” te onderzoeken in welk land zich de plaats bevindt van waaruit de werknemer zijn transportopdrachten verricht, instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert, alsmede de plaats waar zich de arbeidsinstrumenten bevinden. Die opsomming is niet limitatief, want de rechter moet met alle elementen die de werkzaamheid van de werknemer kenmerken rekening houden.
(ii) Bij de vaststelling van de uitzondering, het land waarmee de arbeidsovereenkomst een kennelijk nauwere band heeft, komt belangrijke betekenis toe aan in welk land de werknemer belastingen en heffingen betaalt, waar hij is aangesloten bij sociale zekerheidsregelingen en aan criteria betreffende het salaris en andere arbeidsvoorwaarden. Bij dat oordeel geldt dat de rechter moet motiveren waarom uit het geheel der omstandigheden blijkt van een kennelijk nauwere band met dat andere land die rechtvaardigt dat een uitzondering wordt gemaakt op het uitgangspunt van toepasselijkheid van het recht van het gewoonlijke werkland. (meer…)

HR 26 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1985

Een exhibitievordering op grond van art. 843a Rv kan ook worden verzocht bij verzoekschrift.

In deze procedure gaat het om de vraag of het hof op goede gronden heeft geoordeeld dat het verzoek van verweerster in cassatie tot inzage op de voet van art. 843a Rv op de juiste wijze is ingediend, zij rechtmatig belang heeft bij haar verzoek en er geen weigeringsgronden zijn die aan inzage in de weg staan.  (meer…)

HR 19 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1999

De reikwijdte van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer van Curaçao is bij private ondernemingen, waarbij het beheer van het geld van het Land Curaçao zijdelings is betrokken,  beperkt tot de informatieplicht die op deze onderneming rust. Een onderzoek naar het beleid van een onderneming  valt niet onder die bevoegdheid.  (meer…)

HR 5 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1841

Relevantie van afwijkend acceptatiebeleid

De verzekeraar die een acceptatiebeleid hanteert dat afwijkt van dat van een redelijk handelend verzekeraar, kan zich daarop alleen ten nadele van de verzekeringnemer beroepen als hij aantoont dat de verzekeringnemer bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst wist of behoorde te begrijpen welk acceptatiebeleid de verzekeraar hanteerde. Alleen dan kon de verzekeringnemer immers de relevantie van de niet-medegedeelde feiten of omstandigheden binnen dat acceptatiebeleid overzien. (meer…)

HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1811

In dit geval betrof de vordering uit hoofde van aansprakelijkheid een vordering jegens de partij die opschortte, en daarom was er sprake van samenhang in de zin van art. 6:52 BW, en niet zoals het hof had geoordeeld sprake van afgeleide schade. (meer…)

Cassatieblog.nl