Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: toepasselijk recht


HR 17 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:408

(i) Bij de beoordeling welk land het gewoonlijke werkland is, moet de nationale rechter vaststellen in welke staat zich de plaats bevindt waarin de werknemer zijn instructies voor zijn opdrachten ontvangt en waar hij zijn werk organiseert.
(ii) De omstandigheid dat in een bepaald land belastingen en sociale premies worden afgedragen, is als zodanig van belang voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een nauwere band met een ander land dan het gewoonlijke werkland. (meer…)

HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:969

Juiste toepassing van art. 8 Rome I vereist dat de rechter het beschermingsniveau van dwingendrechtelijke regels van het objectief toepasselijke recht vergelijkt met dat van het gekozen recht en vervolgens die regels van het objectief toepasselijke recht toepast, indien het beschermingsniveau waarin die regels voorziet hoger ligt. (meer…)

Hoge Raad 2 december 2022 ECLI:NLHR:2022:1804 (Hoch Capital / Verweerster)

In dit vlog bespreekt Gijsbrecht Nieuwland de eerste uitspraak van de Hoge Raad over het Europees bankbeslag. In deze uitspraak gaat het over de procedure tot intrekking van een bevel voor het leggen van een conservatoir bankbeslag. Centraal staat de vraag of ex tunc dan wel ex nunc moet worden getoetst of voldaan is aan de eisen voor verlening van zo’n bevel.

 

Cassatievlog #040 is ook als podcast beschikbaar.

HR 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:958

Het hof heeft verzuimd om voldoende kenbaar in zijn beoordeling te betrekken enkele van de factoren en omstandigheden waaraan bij de toepassing van de uitzonderingsbepaling van art. 8 lid 4 Rome I-verordening belangrijke betekenis toekomt en waarmee de rechter rekening moet houden.  (meer…)

HR 23 november 2018 ECLI:NL:HR:2018:2165

(i) De rechter dient bij de vaststelling van het gewoonlijke werkland “met name” te onderzoeken in welk land zich de plaats bevindt van waaruit de werknemer zijn transportopdrachten verricht, instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert, alsmede de plaats waar zich de arbeidsinstrumenten bevinden. Die opsomming is niet limitatief, want de rechter moet met alle elementen die de werkzaamheid van de werknemer kenmerken rekening houden.
(ii) Bij de vaststelling van de uitzondering, het land waarmee de arbeidsovereenkomst een kennelijk nauwere band heeft, komt belangrijke betekenis toe aan in welk land de werknemer belastingen en heffingen betaalt, waar hij is aangesloten bij sociale zekerheidsregelingen en aan criteria betreffende het salaris en andere arbeidsvoorwaarden. Bij dat oordeel geldt dat de rechter moet motiveren waarom uit het geheel der omstandigheden blijkt van een kennelijk nauwere band met dat andere land die rechtvaardigt dat een uitzondering wordt gemaakt op het uitgangspunt van toepasselijkheid van het recht van het gewoonlijke werkland. (meer…)

Cassatieblog.nl