Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: wettelijke handelsrente


HR 30 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1710

Art. 6:119a BW heeft alleen betrekking op de geldelijke tegenprestatie voor geleverde goederen of diensten op grond van een handelsovereenkomst. Dit betreft de primaire betalingsverplichting uit de handelsovereenkomst. De wettelijke handelsrente ziet dus niet op andere geldelijke verplichtingen waartoe zo’n overeenkomst aanleiding kan geven en derhalve evenmin op een vordering uit onverschuldigde betaling.  (meer…)

HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1811

In dit geval betrof de vordering uit hoofde van aansprakelijkheid een vordering jegens de partij die opschortte, en daarom was er sprake van samenhang in de zin van art. 6:52 BW, en niet zoals het hof had geoordeeld sprake van afgeleide schade. (meer…)

HR 25 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:339

(1) In een geval waarin geen uiterste dag van betaling is overeengekomen en geen sprake is van ontvangst van een factuur, maar wel van een gelijkwaardig verzoek tot betaling, moet de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente steeds worden bepaald aan de hand van art. 6:119a lid 2 BW. (2) De Hoge Raad besteedt aandacht aan de cassatietechnische implicaties van een appelprocedure die gevoerd is volgens het Second Opinion-regelement van het Gerechtshof Den Haag. (meer…)

HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:70 (ILC / verweerster)

Art. 6:119a BW (verplichting tot vergoeding wettelijke handelsrente) mist toepassing bij toewijzing van een vordering tot schadevergoeding in verband met de ontbinding van een handelsovereenkomst.  (meer…)

Cassatieblog.nl