Alle berichten van: Jerre de Jong


HR 22 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1720

(i) Om een geneesmiddel aan te kunnen merken als rationele farmacotherapie in de zin van art. 2.8 lid 1, achter b, Besluit zorgverzekering moet het geneesmiddel het meest economisch zijn voor de zorgverzekering onderscheidenlijk de patiënt. Daarvoor komt het erop aan of een voldoende gelijkwaardig alternatief beschikbaar is dat goedkoper is. Dit moet worden beoordeeld op indicatieniveau en niet op het niveau van een individuele patiënt;

(ii) Bij de rechterlijke beoordeling of sprake is van bereiding op kleine schaal in de zin van art. 40 lid 3, onder a, Geneesmiddelenwet bestaat geen grond voor een terughoudende toetsing.

(meer…)

Hoge Raad 21 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:322

Onbillijkheden als gevolg van natrekking kunnen worden gecompenseerd door onder meer een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking. De wetsgeschiedenis houdt in dat een verrijking in geval van natrekking in beginsel ongerechtvaardigd is. Dit wil echter niet zeggen dat bij natrekking in beginsel sprake is van een verrijking. De hoofdregel is, ook bij natrekking, dat de partij die zich op ongerechtvaardigde verrijking beroept, moet stellen en zo nodig bewijzen dat de natrekking tot verrijking heeft geleid. Jerre de Jong bespreekt de uitspraak.

 

Kennisclip Hoger beroep #15: Uitvoerbaarheid bij voorraad en schorsing

In hoger beroep kan worden gevorderd dat de uitspraak in eerste aanleg alsnog uitvoerbaar bij voorraad is. Ook het omgekeerde is mogelijk: de uitvoerbaarheid bij voorraad kan geschorst worden. In deze kennisclip gaat Jerre de Jong in op deze mogelijkheden. Hij bespreekt daarbij de verschillende wegen die partijen kunnen bewandelen, van een afzonderlijk kort geding tot een vordering tot zekerheidstelling.

Benieuwd naar meer? Klik de link en bekijk de 17-delige serie Kennisclips Hoger Beroep op ons YouTube kanaal.

Kennisclip Hoger beroep #13: Bewijs en bewijsaanbiedingen

Geldt in hoger beroep hetzelfde ten aanzien van bewijs als in eerste aanleg? En wat verwachten gerechtshoven van partijen als het gaat om bewijs? In deze kennisclip gaat Jerre de Jong in op bewijs en bewijsaanbiedingen in hoger beroep. Hij bespreekt daarbij ook de eisen die de Hoge Raad stelt aan een aanbod tot getuigenbewijs in hoger beroep.

Benieuwd naar meer? Klik de link en bekijk de 17-delige serie Kennisclips Hoger Beroep op ons YouTube kanaal.

HR 6 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1797

Art. 4:3 lid 1 aanhef en onder a BW bepaalt dat onwaardig is om uit een nalatenschap voordeel te trekken: hij die onherroepelijk is veroordeeld ter zake dat hij de overledene heeft omgebracht. Een uitspraak van de strafrechter waarin is bewezenverklaard dat de verdachte het feit heeft begaan, maar waarin de verdachte is ontslagen van rechtsvervolging vanwege een strafuitsluitingsgrond, is niet zo een veroordeling. De uitspraak van het EHRM in de zaak Velcea et Mazăre/Roemenië kan niet meebrengen dat de voorwaarde van een strafrechtelijke veroordeling in dit geval niet onverkort wordt gehandhaafd. De feiten laten echter geen ander oordeel toe dan dat het in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de man aanspraak heeft op de nalatenschap van zijn door hem om het leven gebrachte echtgenote. (meer…)

Cassatieblog.nl