Selecteer een pagina

Alle berichten van: Jerre de Jong


HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:775

Art. 7:218 lid 2 BW, in samenhang met lid 1, houdt in dat – behoudens de in lid 2 genoemde uitzonderingen – alle schade aan de verhuurde zaak wordt vermoed te zijn ontstaan door een aan de huurder toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van de huurovereenkomst. Dit vermoeden betreft ook het tekortschieten zelf.  (meer…)

HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:635

Art. 2:248 lid 4 BW bevat een limitatieve opsomming van de gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn. Matiging is niet slechts mogelijk als het boedeltekort groter is dan de schade die door het onbehoorlijk bestuur is veroorzaakt, ook niet als hoofdregel. Als bestuurders geen persoonlijk voordeel hebben genoten door hun onbehoorlijke taakvervulling, kan dat in aanmerking worden genomen bij de beoordeling of de aard en ernst van de onbehoorlijke taakvervulling aanleiding tot matiging geeft. Omgekeerd ligt het voor de hand dat de rechter minder reden voor matiging ziet als de bestuurder van zijn onverantwoordelijk gedrag heeft geprofiteerd. (meer…)

HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:445

 Voor het bepalen van het beleid van een vennootschap als ware hij bestuurder (art. 2:248 lid 7 BW) is nodig dat de feitelijk beleidsbepaler zich ten minste een deel van de bestuursbevoegdheid heeft toegeëigend en op die manier het beleid heeft bepaald of mede heeft bepaald als ware hij bestuurder. Daarvan kan ook sprake zijn als daarnaast een of meer formele bestuurders hun taken als bestuurder bleven uitoefenen. (meer…)

HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:202

Een zorgaanbieder van wie op grond van art. 843a Rv inzage, afschrift of uittreksel wordt gevorderd ter zake van gegevens of bescheiden in het interne incidentenregister als bedoeld in art. 7 en 9 Wkkgz, is – ook als het gaat om gegevens of bescheiden met betrekking tot een calamiteit – wegens gewichtige redenen, gelegen in art. 9 lid 6 Wkkgz, op grond van art. 843a lid 4 Rv niet gehouden aan deze vordering te voldoen. (meer…)

HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:199

De rechtspersoon heeft een zelfstandig belang dat wettelijke en statutaire normen of normen die mede voortvloeien uit de redelijkheid en billijkheid van art. 2:7 BWC, waaronder procedurele normen die noodzakelijk zijn voor een goede besluitvorming, op juiste wijze zijn of worden nageleefd. Daarnaast behoren bij de toepassing van het enquêterecht ook de belangen van de verzoeker en van alle bij de rechtspersoon betrokkenen in aanmerking te worden genomen. Een en ander strookt ermee dat tot de doeleinden van het enquêterecht behoren de sanering van en het herstel van gezonde verhoudingen door maatregelen van reorganisatorische aard binnen de onderneming van de rechtspersoon, en dat het enquêterecht mede strekt ter bescherming van een minderheid van aandeelhouders of certificaathouders tegen (mogelijk) machtsmisbruik door de meerderheid. Deze doeleinden en deze strekking behoren ook te kunnen worden gediend als de maatregelen van reorganisatorische aard, waaronder de vernietiging van besluiten, ertoe leiden dat de rechtspersoon daarvan nadeel of hinder ondervindt. Dat is in versterkte mate het geval bij een jointventurevennootschap, waarin het belang van de rechtspersoon voorts wordt bepaald door de aard en inhoud van de tussen de aandeelhouders overeengekomen samenwerking.  (meer…)

Cassatieblog.nl