Alle berichten met de tag: rechtsmiddelenverbod


HR 2 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:701 

De woorden ‘het punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht’ in art. 7:262 lid 1 BW hebben betrekking op elk van de vier wettelijke categorieën vergoedingen waarover de huurcommissie voor een bepaald tijdvak om een uitspraak was verzocht, te weten (i) huurprijzen, (ii) kosten voor de nutsvoorzieningen met een individuele meter, (iii) servicekosten en (iv) de energieprestatievergoeding. Een verdere uitsplitsing binnen een categorie is niet aangewezen. (meer…)

HR 24 december 2021 ECLI:NL:HR:2021:1990

De Wet modernisering arbitragerecht is ook van toepassing op buitenlandse arbitrages. Op (buitenlandse) arbitrages die op of na 1 januari 2015 aanhangig zijn gemaakt, is het nieuwe arbitragerecht van toepassing en dan is het hof bevoegd om kennis te nemen van een verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis. Op arbitrages die vóór 1 januari 2015 aanhangig zijn gemaakt, is het oude arbitragerecht van toepassing en dan is de rechtbank bevoegd om kennis te nemen van een dergelijk verzoek. (meer…)

HR 25 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:1003

Een gecertificeerde instelling kan aan de algemene aanwijzingsbevoegdheid van art. 1:263 BW niet de bevoegdheid ontlenen de ouder op te dragen de inschrijving van de minderjarige bij een bepaalde onderwijsinstelling te ondertekenen. Zij is evenmin bevoegd de kinderrechter op de voet van art. 1:262b BW om vervangende toestemming voor die inschrijving te verzoeken. Voor de inschrijving van een uithuisgeplaatste minderjarige op een onderwijsinstelling moet de gecertificeerde instelling gebruikmaken van de wettelijke regeling van art. 1:265e BW.  (meer…)

HR 30 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1711

De verplichting van gerechten om aan partijen mededeling te doen van een rechterswisseling geldt niet als een raadsheer-commissaris na een getuigenverhoor wordt vervangen. De regeling van art. 155 Rv is niet zo fundamenteel dat het rechtsmiddelenverbod kan worden doorbroken.  (meer…)

HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2395 (Magna Group B.V./Quantera Global B.V.)

Een beslissing van de rechter-commissaris waarbij het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor achter gesloten deuren te laten plaatsvinden en om beperkingen te stellen aan de verspreiding van de processen-verbaal zijn afgewezen, is geen tussenbeschikking maar een eindbeschikking. Art. 358 lid 4 Rv (zonder toestemming van de rechtbank is geen tussentijds hoger beroep mogelijk) is daarom niet van toepassing. Wel vallen deze beslissingen onder het rechtsmiddelverbod van art. 188 lid 2 Rv(meer…)

Cassatieblog.nl