Selecteer een pagina

Alle berichten van: Karlijn Teuben


HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8514 (X/Krediet Specialist Nederland)

Wanneer de vordering van de oorspronkelijk eiser gedeeltelijk is toegewezen en de oorspronkelijk gedaagde/geïntimeerde tegen deze toewijzing geen incidenteel appel heeft ingesteld, brengt de devolutieve werking van het appel niet mee dat een verweer van geïntimeerde waarop (ook) het toewijzende deel van het bestreden vonnis berust, in hoger beroep opnieuw aan de orde kan komen. Het niet bestreden deel van het vonnis – dat op de verwerping van dat verweer berust – heeft immers gezag van gewijsde verkregen. Daarmee is niet verenigbaar dat de appelrechter opnieuw over dat verweer zou kunnen oordelen en daarbij mogelijk tot een ander oordeel zou komen. (meer…)

HR 23 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0616 (X/Allspan Barneveld)

De werkgeversaansprakelijkheid van art. 7:658 lid 4 BW geldt niet alleen voor “ingeleende” werknemers, maar kan ook van toepassing zijn wanneer de werkgever in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf gebruik maakt van zzp’ers en andere zelfstandigen. Dit is het geval wanneer de persoon die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht, voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van degene voor wie hij die werkzaamheden verricht. Daarnaast is vereist dat de werkzaamheden zijn verricht “in de uitoefening van het beroep of bedrijf” van de opdrachtgever. Voldoende daarvoor is dat de verrichte werkzaamheden feitelijk behoorden tot de bedrijfsuitoefening van de opdrachtgever. (meer…)

HR 16 maart 2011, ECLI:NL:HR:2012:BU7361

De brief van de griffie van de Hoge Raad, waarin is vermeld dat het in cassatie verschuldigde griffierecht zal worden afgeboekt van de rekening-courant van eiser tot cassatie dan wel een acceptgiro voor het griffierecht zal worden gezonden, maakt de te late betaling van het griffierecht niet verschoonbaar en rechtvaardigt geen toepassing van de hardheidsclausule (art. 127 lid 3 Rv).  (meer…)

HR 2 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8176 (X/Royal Bank of Scotland)

Een partij die een proceshandeling in de hoofdzaak dient te verrichten, maar in plaats daarvan een incidentele vordering instelt ten aanzien waarvan de wet niet bepaalt dat daarover eerst en vooraf moet worden beslist, loopt het risico dat de rechter oordeelt dat voor dat laatste onvoldoende reden is en dat de betrokken proceshandeling in de hoofdzaak ten onrechte niet is verricht. Het hof heeft in dit geval kunnen oordelen dat het instellen van een incidentele vordering tot schorsing van de zaak in afwachting van de uitkomst van een andere procedure, niet meebracht dat appellant nog een verder uitstel zou krijgen voor zijn memorie van grieven. (meer…)

HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8512 (Nuon Personeelsbeheer/X)

Of art. 6 BBA van toepassing is op de opzegging van een arbeidsovereenkomst met internationale aspecten, hangt af van de mate van betrokkenheid van de Nederlandse arbeidsmarkt bij het ontslag. Art. 6 BBA beoogt zowel in het belang van de betrokken werknemer als dat van de Nederlandse arbeidsmarkt sociaal ongerechtvaardigd ontslag te voorkomen; beide belangen vallen thans voor een groot deel met elkaar samen. Het hof heeft daarom terecht geoordeeld dat in dit geval art. 6 BBA van toepassing is, ook al valt de werknemer na zijn ontslag niet terug op de Nederlandse arbeidsmarkt. (meer…)

Cassatieblog.nl