Alle berichten van: Mette van Asperen


HR 30 september, ECLI:NL:HR:2016:2226

“Eis alleen verkoop #cannabis aan ingezetenen niet in strijd met EU-recht en privacyregels”.

Dit is een heldere en bondige uitspraak waarvan wij via Twitter kennis konden nemen. De Hoge Raad heeft deze zaak met toepassing van art. 81 RO afgedaan, met een verkorte motivering dus. Dit bondige oordeel kunnen wij daarom niet in een arrest van de Hoge Raad lezen. Is dat erg? In ieder geval misschien wel wat merkwaardig voor een zaak die de gemoederen zo heeft beziggehouden en waarvan toch niet kan worden gezegd dat de te beoordelen rechtsvraag een bagatel was. (meer…)

HR 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2222

Indien een op grond van art. 3:324 BW lopende verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke of arbitrale uitspraak wordt gestuit op een van de wijzen voorzien in art. 3:325 lid 2 BW, begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen die in beginsel gelijk is aan de oorspronkelijke termijn, doch niet langer dan vijf jaren. Executoriaal derdenbeslag kan niet op een lijn worden gesteld met stuiting van een rechtsvordering door het instellen van een eis als bedoeld in art. 3:316 lid 1 BW, welke stuiting voortduurt tot – kort gezegd – het tijdstip waarop die eis definitief wordt toegewezen. (meer…)

HR 9 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2046

Dit – met art. 81 RO verworpen – cassatieberoep is de eerste cassatieprocedure over de “aanvaardbaar te achten termijn” in art. 1:266, eerste lid, aanhef en onder a, BW, zoals dit artikel per 1 januari 2015 (inwerkingtreding van de Wet tot herziening van de maatregelen van kinderbescherming) luidt. Centraal staat de vraag hoe die termijn moet worden beoordeeld. In deze bijdrage wordt gewezen op twee belangwekkende elementen uit de conclusie van Advocaat-Generaal Keus. (meer…)

Cassatieblog.nl